Beschrijving van het apparaat
De gewenste functie in de instellingsmodus kiezen
Raak op het bedieningspaneel de sensortoets OK aan.
In het display verschijnt .
Blader met de sensortoets of naar het symbool .
Raak OK aan.
Kies met de sensortoets of de gewenste functie.
Raak OK aan om de gewenste functie te kiezen.
Als de functie ingeschakeld is, verschijnt er een punt in de bovenhoek van het dis-
play
.
Raak OK aan om een gekozen functie uit te schakelen.
Als de functie uitgeschakeld is, verdwijnt de punt in de bovenhoek van het display.
De instellingsmodus verlaten
Blader met de sensortoets of naar het symbool .
Raak OK aan.
Blader met de sensortoets of naar het symbool en raak OK aan.
Alternatief:
Wacht ca. 15 seconden nadat u voor het laatst op een toets hebt gedrukt.
De instellingsmodus wordt dan automatisch verlaten.
36