Basisbediening
I Automatische Bediening
1
Druk op de knop
bewerkingsselectiestand
MODE , de cursustoets
wijst naar AUTO .
2
Druk op de
bedieningsknop OFF/ON
; het bedieningslampje
van de airconditioner flitst
even en gaat dan
branden.
3
Druk op
het instellen van de
kamertemperatuur.
Opmerkingen: 1. Gedurende automatisch bedrijf, wordt de
bedrijfsmodus automatisch gekozen aan
de hand van de kamertemperatuur,
buitentemperatuur en de temperatuur
ingesteld op de afstandsbediening.
2. De bedrijfsmodus wordt elk half uur
gewijzigd indien nodig.
(Voorbeeld) Temp. instellen op 25°C
o
36
C
o
32
C
o
22
C
VERW
DROG
KOEL
o
18
C
o
16
C
o
o
o
o
13
C 19
C 23
C 25
C
Buitentemperatuur
I Verwarming
2
Druk op de bedieningsknop OFF/ON ; het
bedieningslampje van de airconditioner flitst even en
gaat dan branden.
3
Druk op
of
kamertemperatuur.
Opmerkingen: 1. Warmte wordt onttrokken aan de
buitentemperatuur om de kamer te
verwarmen. Wanneer de
buitentemperatuur daalt, kan de
verwarmingscapaciteit van de unit
verminderen.
2. Ontdooien
of
voor
Afhankelijk van de buitentemperatuur
stopt het apparaat zo nu en dan om het
ijs op de buiteneenheid te ontdooien.
3. De aanbevolen ingestelde temperatuur
is 20-22°C.
I Koeling
2
Druk op de bedieningsknop OFF/ON ; het bedie-
ningslampje van de airconditioner gaat branden.
3
Druk op
of
kamertemperatuur.
Let op: 1.Bij het instellen van automatische luchtstroom
tijdens Koeling verandert de snelheid en
ontstaat er door het op en neer bewegen van de
lamellen een natuurlijke bries.
2.De aanbevolen ingestelde temperatuur is 26-
28°C.
1
Druk op de knop
bewerkingsselectiestand
MODE , de cursustoets
wijst naar HEAT .
voor het instellen van de
1
Druk op de knop
bewerkingsselectiestand
MODE , de cursustoets wijst
naar COOL .
voor het instellen van de
I 'Soft Dry' Ontvochtiging
1
Druk op de knop
bewerkingsselectiestand
MODE , de cursustoets wijst
naar DRY .
2
Druk op de bedieningsknop
bedieningslampje van de airconditioner gaat branden.
3
Druk op
of
voor het instellen van de
kamertemperatuur.
Let op: 1. Het doel van 'Soft Dry': voorafgaand aan de
ontvochtiging de kamertemperatuur op de
ingestelde temperatuur houden.
2. Bij het instellen van automatische luchtstroom
tijdens 'Soft Dry' ontvochtiging verandert de
snelheid en ontstaat er door het op en neer
bewegen van de lamellen een natuurlijke bries.
3. Tijdens 'Soft Dry' ontvochtiging draait de
ventilator op lage snelheid en gaat het toestel
soms aan en uit.
4. De aanbevolen ingestelde temperatuur is 22-
26°C.
Aanbeveling: Selecteer deze modus op regenachtige
dagen of wanneer de luchtvochtigheid hoog is.
OFF/ON ; het
44