• De printer is gevallen of de droog- of hardingsmodule is beschadigd.
• De ingebouwde aardlekschakelaar is herhaaldelijk geactiveerd.
• De printer functioneert niet als normaal.
• Zet de printer uit in de volgende gevallen.
• Tijdens onweer
• Tijdens een stroomstoring
Gevaar van elektrische schok
WAARSCHUWING
De droogs- en hardingsmodules werken op een gevaarlijke spanning die fataal kan zijn of een
ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
Zorg ervoor dat de stroom naar de stroomonderbreker of PDU uitgeschakeld is en dat de hoofdstroomschakelaar
van de printer uit staat voor u onderhoud aan de printer uitvoert.
Ter vermijding van een elektrische schok:
• Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet te demonteren.
• De afgesloten systeemkappen of -pluggen niet verwijderen of openen.
• Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
• Test de aardlekschakelaars om de 6 maanden.
Hittegevaar
De droogs- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen en kunnen bij aanraking
brandwonden veroorzaken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om persoonlijk letsel te voorkomen.
• Raak in de interne ruimtes van de droog- en hardingsmodules van de printer niet aan. Zelfs na het openen van
het vensterslot dat de droog- en hardingsstroom afsluit, kunnen de interne vlakken heet zijn.
• Wees extra voorzichtig bij het benaderen van het substraatpad.
Brandgevaar
De droog- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen. Neem contact op met de
servicevertegenwoordiger als de ingebouwde aardlekschakelaar van de printer herhaaldelijk is geactiveerd.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden.
• Gebruik de stroomspanning die op het typeplaatje staat vermeld.
• Voor het instellen en configureren van het elektriciteitssysteem dat wordt gebruikt om de printer te voeden
en voor de printerinstallatie is een elektricien vereist. Zorg ervoor dat de elektricien over de juiste certificaten
beschikt conform de plaatselijke verordeningen en dat hij alle informatie krijgt met betrekking tot de
elektriciteitsconfiguratie.
• De elektricien moet het netsnoer aansluiten zoals vermeld in de Handleiding voor plaatsing en de Instructies
voor het opstellen. Driefasige lijnen zijn vereist, elk beschermd door een stroomonderbreker. Er wordt geen
stroomkabel bij de printer geleverd.
• Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
• Mors geen vloeistof op de printer.
• Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten.
• Blokkeer of bedek de openingen in de behuizing van de printer niet. Deze zijn bedoeld als ventilatieopeningen.
• Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet te demonteren.
• Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen bedrijfstemperatuur van het substraat niet wordt overschreden.
Als deze informatie niet beschikbaar is bij de fabrikant, moet u ervoor zorgen dat u alleen substraten gebruikt
die geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen van 125°C (257°F) of hoger.
• Plaats geen substraten die ontbranden bij temperaturen lager dan 250°C (482°F). Zie opmerking hieronder.
OPMERKING:
Testmethode gebaseerd op EN ISO 6942:2002; Evaluatie van materialen en
materiaalsamenstellingen bij blootstelling aan een stralingshittebron, methode B. De testcondities om de temperatuur
te bepalen waarop het substraat begint met ontsteken (vlam of gloed) waren: Warmtestroomdichtheid: 30 kW/m²,
kopercalorimeter, K type thermokoppel.
3
Inleidende informatie