De printcartridges bewaren
Als de printer opgeslagen is, laat u de inktpatronen die u in gebruik hebt, in de printer
zitten. Tijdens het uitschakelen plaatst de printer de inktpatronen veilig in een
beschermend omhulsel.
Let op
netsnoer loskoppelt. Op die manier kan de printer de inktpatronen op de juiste manier
opbergen.
De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en zorgen voor een
consistente afdrukkwaliteit:
•
Bewaar de printcartridge altijd in een houder wanneer u de cartridge uit de printer
verwijdert om te voorkomen dat de inkt uitdroogt.
•
Bewaar alle ongebruikte printcartridges in de oorspronkelijke verzegelde verpakking
totdat u deze nodig hebt. Bewaar printcartridges op kamertemperatuur (15–35 graden
Celsius of 59–95 graden Fahrenheit).
•
Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de
inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de inktpatroon
is verwijderd, mag u deze niet meer terugplaatsen. Wanneer u de tape opnieuw
bevestigt, beschadigt u de inktpatroon.
Zorg ervoor dat printer op de juiste wijze wordt uitgeschakeld voordat u het
De printer en inktcartridge opbergen
45