Pagina 2
INHOUDS OPGAVE Veiligheidsaanbevelingen Tabel met waarschuwings- en instructielabels Beschrijving van de eenheid Gebruik Verplaatsen Installatie Labels Afmetingen Locatie Vrije ruimte Installatie Veiligheidsinrichtingen Reiniging Aansluiten van de eenheid Elektrische aansluitingen Aansluitingen voor watersysteem Aansluitingen voor bevochtigingssysteem Elektrische besturing Bedieningspaneel Controles, voorschriften en instellingen Starten Bedrading Onderhoud en reparaties...
ank u voor het kiezen voor Uniblock. Graag deze instructies zorgvuldig lezen. Ze geven details en advies m.b.t. correcte installatiemethoden, gebruik en onderhoud van deze eenheid voor het waarborgen van maximale betrouwbaarheid, rendement en lange levensduur. 1 VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN Bij het installeren en gebruik van de eenheid, graag de onderstaande aanbevelingen opvolgen. •...
Pagina 4
2 TABEL MET WAARSCHUWINGS- EN INSTRUCTIELABELS Productiejaar ZANOTTI eenheidcode Serienummer Spanning Opgenomen vermogen tijdens bedrijf Max. opgenomen vermogen Opgenomen vermogen tijdens start Nominaal vermogen van compressor Koudemiddel: Type, hoeveelheid Massa van de eenheid Nummer elektrisch schema Koudemiddel Condensafvoerleiding Let op: hete of koude onderdelen Let op: uitschakelen voor werkzaamheden aan de eenheid.
BESCHRIJVING VAN DE EENHEID De RCV-serie omvat luchtgekoelde of watergekoelde (optioneel) eenheden op basis van het enkelblokprincipe. Ze bestaan uit: 1. een condensoreenheid wordt geplaatst buiten de koelruimte; 2. een verdamper, geplaatst is een geïsoleerde kast en geïnstalleerd buiten de koelruimte; 3.
6 INSTALLATIE 6.1 Labels De eenheid wordt geleverd met waarschuwingslabels zoals opgegeven in de betreffende tabel. 6.2 Afmetingen 6.3 Locatie Voor een optimale werking van de eenheid als volgt te werk gaan: A) Plaats de eenheid in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van warmtebronnen. B) Beperkt het aantal deuropeningen.
Pagina 7
6.4 Vrije ruimte Bij het installen van de eenheid voldoende vrij ruimte houden voor het openen, correct gebruik en eenvoudig onderhoud onder veilige omstandigheden. 6.5 Installatie A) Maak een opening met de juiste afmetingen in de koelruimte (zie bovenstaande afbeelding). Positioneer de eenheid op de koelruimtewand en steek het verdampergedeelte door de opening.
Mod. Veiligheidsinrichtingen mechanische veiligheidsinrichtingen De volgende worden meegeleverd: Vaste beschermingen aan de bovenkant en zijkant voor verdamper en condensoreenheid, gemonteerde met borgende schroeven. Externe ventilatorbeschermingen op de verdamper- en condensoreenheden, bevestigd met elektrische veiligheidsinrichtingen schroeven. De volgende worden meegeleverd: Beveiliging van ventilatoren (behoren bij motor) tegen overbelasting, met een automatische reset. Hogedrukschakelaar (alleen voor speciale componenten), ter bescherming tegen extreme drukken, met een automatische reset.
6.7 Reiniging Reinig de eenheid zorgvuldig. Verwijder stof, vreemde voorwerpen en vuil dat is ontstaan tijdens de omgang met de eenheid. Gebruik reinigingsmiddelen en ontvetters. LET OP Oplosmiddelen zijn niet toegestaan. 7 AANSLUITEN VAN DE EENHEID LET OP Voor het aansluiten van de eenheid de hoofdvoedingsspanning en frequentie controleren op basis van de gegevens op het typeplaatje.
WAARSCHUWING Om waterlekkage bij de bevochtigingstray te voorkomen, bij de eerste start de drukreduceerklep instellen op een minimale waarde en de waterkraan in de eenheid sluiten. Controle van de werking Bij het starten van het systeem controleren of het automatische bevochtigingssysteem correct werkt.
De functie van de LED's in beschreven in de volgende tabel. LED2 LED3 Temperatuurweergave Vochtigheidsweergave LED4 MODUS FUNCTIE - ALARM-signaal - Instrument stand-by. LED 4 - In "Pr2" geeft aan dat de parameter ook aanwezig is in "Pr1". °C De compressor draait KNIPPEREND - Vertraging voor het voorkomen van korte cycli ingeschakeld Het ontdooien is ingeschakeld...
Pagina 12
Bekijken en instellen van het instelpunt (temperatuur en vochtigheid) 1. Kort drukken op de SET-toets: het display toont de instelwaarde en het bijbehorende pictogram knippert; 2. Voor het wijzigen van de instelwaarde binnen 10 s drukken op de pijlen. 3. Voor het bekijken van de instelwaarde drukken op de SET-toets of 15 s wachten. Starten van handmatig ontdooien 1.
De volgende onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerde monteurs van de fabrikant. De gebruiker mag onder geen enkele voorwaarde: • elektrische componenten vervangen • werken aan de elektrische uitrusting • mechanische onderdelen repareren • werken aan het koudesysteem • werken aan het bedieningspaneel, AAN/UIT-schakelaar en nooduitknoppen •...
Uitzetten van zoemer Na het detecteren van een alarm kan de zoemer, indien aanwezig, worden uitgezet door het drukken op een willekeurige toets. Alarmen verhelpen Sensoralarmen: "P1" (en), "P3"; deze stoppen automatisch 10 s nadat de sensor weer normaal werkt. Controleer de aansluitingen voor het vervangen van de sensor.