4.
Sluit de kabeltjes van de batterijen, met inachtneming van
de polen, en de connector op de kaart aan op klem J2,
zoals aangegeven in de figuur hieronder.
Sluit de connector van de batterijen pas aan na
die van de primaire voeding op J1 te hebben
aangesloten.
5.
Plaats het deksel weer op de houder.
Als wordt overgegaan naar de werking op
batterijen, werkt het automatisch systeem
normaal tot de batterij de reserve bereikt
(16Vdc), onder deze limiet gaat de kaart over
op de functie "SLEEP" tot de netspanning
terugkeert. In deze omstandigheid is de werking
van de kaart onderdrukt. De functie "SLEEP"
wordt door de kaart weergegeven doordat
de ingangsleds iedere 4 seconden knipperen
en het display gedoofd is.
Wanneer wordt overgeschakeld naar de
werking op batterijen, knippert het lichtsignaal
sneller dan het geval is bij de werking met
primaire netvoeding.
Andere programmeermogelijkheden voor het
beheer van de batterijen zijn mogelijk d.m.v.
programmering met PC (zie specifieke instructies).
Om te na te gaan of de batterij is opgeladen moet de led van
de secundaire voeding DL15 worden gecontroleerd:
Tab. 5 - Led DL15 tijdens de werking met primaire netvoeding:
Led aan
Led knippert
Led uit
Tab. 6 - Led DL15 tijdens de werking op batterijen:
Led aan
Led knippert
Led uit
10
INBEDRIJFSTELLING
10.1 CONTROLE VAN DE LEDS
Controleer, na alle kabels te hebben aangesloten en de
voeding naar de kaart te hebben ingeschakeld, in de
Fig. 31
onderstaande tabel de status van de leds in relatie tot de
status van de ingangen (de conditie van het automatisch
systeem gesloten, in de ruststand, is dikgedrukt).
Controleer de status van de indicatieleds aan de hand van
de volgende tabel
Nota bene:
Tab. 7 - Werking van de leds voor de signalering van de
status met configuratie
Andere programmeermogelijkheden voor
het beheer van de batterijen zijn mogelijk
d.m.v. programmering met PC (zie specifieke
instructies).
LED
Beschrijving
IN1 -
DL1
OPEN A
IN2 -
DL2
OPEN B
Fig. 32
DL3
IN3- STOP
IN4 - FSW
DL4
OP
IN5 - FSW
DL5
CL
DL6
FCA1
DL7
FCC1
DL8
FCA2
DL9
FCC2
DL10
ENC1
DL11
ENC2
24
Batterij opgeladen
Batterij wordt opgeladen.
De led blijft knipperen tot de
batterij voldoende is opgeladen.
Batterij leeg
Batterij opgeladen
Batterij bijna leeg
Batterij leeg
L
= contact gesloten
ED AAN
L
= contact open
ED UIT
AAN
UIT
(contact gesloten)
(contact open)
Commando actief
Commando niet actief
Commando actief
Commando niet actief
Commando niet
Commando actief
actief
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsvoorzieningen
vrij
bezet
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsvoorzieningen
vrij
bezet
E i n d s c h a k e l a a r
Eindschakelaar openen
openen vrij
bezet
E i n d s c h a k e l a a r
Eindschakelaar
sluiten vrij
sluiten bezet
E i n d s c h a k e l a a r
Eindschakelaar openen
openen vrij
bezet
E i n d s c h a k e l a a r
Eindschakelaar
sluiten vrij
sluiten bezet
Knippert tijdens de werking
Knippert tijdens de werking