8.3 LC/RC RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN IN HET GEHEUGEN
OPSLAAN (SLECHTS VOOR EEN AANTAL MARKTEN)
Er kunnen max. 256 codes in het geheugen worden
opgeslagen, verdeeld over OPEN A en OPEN B.
•
Gebruik de LC/RC-radioafstandsbedieningen uitsluitend
met de ontvangstmodule van 433 MHz .
•
Druk op de knop R1 (SW1) of R2 (SW2) om respectievelijk
de volledige opening (OPEN A) of de gedeeltelijke opening
(OPEN B) in het geheugen op te slaan. De bijbehorende led
begint gedurende 5 sec. langzaam te knipperen.
•
Laat de knop los.
•
Druk binnen deze 5 sec. op de gewenste knop op de
LC/RC-radioafstandsbediening.
•
De led blijft 1 seconde lang branden, waarmee wordt
aangegeven dat de geheugenopslag heeft plaatsgevonden,
om vervolgens 5 sec. lang te knipperen, gedurende welke
periode er nog een radioafstandsbediening in het geheugen
kan worden opgeslagen.
•
Na de 5 sec. dooft de led, waarmee wordt aangegeven
dat de procedure beëindigd is.
•
Om andere afstandsbedieningen toe te voegen moet de
handeling vanaf punt 1 worden herhaald.
8.3.1 OP AFSTAND LC/RC-RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN IN
HET GEHEUGEN OPSLAAN
Bij LC/RC-radioafstandsbedieningen kunnen andere
radioafstandsbedieningen op afstand in het geheugen
worden opgeslagen, d.w.z. zonder op rechtstreeks op de
kaart in te grijpen, maar door een eerder opgeslagen
radioafstandsbediening te gebruiken.
•
Neem een afstandsbediening die al op een van de 2
kanalen (OPEN A of OPEN B) is opgeslagen.
•
Druk op de knoppen P1 en P2 en houd ze tegelijkertijd ingedrukt
tot beide leds gedurende 5 sec. langzaam knipperen.
•
Druk binnen 5 sec. op de eerder in het geheugen opgeslagen
knop van de radioafstandsbediening om de zelflerende
procedure op het gekozen kanaal te activeren.
•
De led op de kaart die bij het kanaal in de zelflerende fase hoort
knippert gedurende 5 sec., binnen welk tijdsbestek de code van
een andere afstandsbediening moet worden verzonden.
•
De led blijft 2 seconde lang branden, waarmee wordt
aangegeven dat opslag heeft plaatsgevonden, om vervolgens
5 sec. lang te knipperen, gedurende welke periode andere
radioafstandsbedieningen in het geheugen kunnen worden
opgeslagen, om vervolgens te doven.
8.4 P R O C E D U R E
RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN
Om ALLE codes van de ingevoerde radioafstandsbedieningen
te wissen hoeft enkel de knop R1 (SW1) of R2 (SW2) 10 sec. lang
te worden ingedrukt.
•
De 2 leds DL16 en DL17 knipperen snel gedurende de
daaropvolgende 10 sec.
•
De beide leds blijven 2 sec. lang branden om vervolgens
te doven (radioafstandsbedieningen gewist)
•
Laat beide knoppen los.
D e z e h a n d e l i n g ka n N I E T o n g e d a a n
worden gemaakt. Alle codes van de
radioafstandsbedieningen die als OPEN A en
als OPEN B in het geheugen zijn opgeslagen
zullen worden gewist.
V O O R
H E T
W I S S E N
9
AANSLUITING NOODBATTERIJEN (OPTIONEEL)
Met de noodbatterijen kan het automatisch systeem ook
worden ingeschakeld als er geen netvoeding is.
De batterijen (loodbatterijen van 12 V - 4 Ah /
90 x 70 x 108 mm) worden normaal gesproken
opgeladen met een speciale, in de kaart
ingebouwde batterijoplader, en ze treden in
werking als de netspanning wegvalt.
De noodbatterijen kunnen rechtstreeks binnenin de houder
van de elektronische kaart worden geplaatst, door ze bovenop
een speciale steun te leggen.
1.
Verwijder het deksel van de houder met behulp van een
schroevendraaier.
2.
Plaats de steun zoals aangegeven in de figuur hieronder.
3.
Plaats de batterijen zoals aangegeven in de figuur
V A N
hieronder.
23
Fig. 28
Fig. 29
Fig. 30