Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheid bij de montage
Ex-toelating
Toekenning
Elektronica • VEGAFLEX Serie 80
4
Monteren
4.1
Algemene instructies
Het verdient aanbeveling, de vervangende elektronica bij gedemon-
teerd instrument op een geschikte plaats, bijvoorbeeld de werkplaats,
te monteren. Wanneer demontage van het instrument niet mogelijk is,
dan kan de elektronica ook op de meetplaats worden gemonteerd.
Waarschuwing:
Voor de montage moet de voedingsspanning worden uitgeschakeld.
De montage van de vervangende elektronica mag alleen in span-
ningsloze toestand worden uitgevoerd. Anders kan schade aan de
elektronica ontstaan!
Bij sensoren met Ex-toelating moeten de volgende punten worden
aangehouden:
Bij sensoren met Ex-toelating moet erop worden gelet, dat de reser-
ve-elektronica dezelfde identificatie heeft als de vervangen elektroni-
ca.
Bovendien mag bijv. de elektronica met een hardwareversie ≥ 2.0.0
ook alleen in een sensor met een hardwareversie ≥ 2.0.0 worden
ingebouwd.
4.2
Montagevoorbereidingen
De elektronica is in de elektronicaruimte ingebouwd en afgestemd op
de betreffende sensor. Controleer eerst aan de hand van de volgende
lijsten, of u de passende elektronica heeft.
•
FX-E.80H voor uitvoering 4 ... 20 mA/HART (tweedraads/vier-
draads/Modbus)
•
FX-E.80A vor uitvoering 4 ... 20 mA/HART met SIL-kwalificatie
•
FX-E.80P voor uitvoering Profibus PA
•
FX-E.80F voor uitvoering Foundation Fieldbus
Bij SIL-gekwalificeerde instrumenten mag alleen een bijbehorende
elektronica met SIL-kwalificatie worden gebruikt.
Elektronicamodules voor instrumenten met SIL-kwalificatie kunnen
alleen met opgave van het sensorserienummer worden besteld. Houd
het sensorserienummer bij de bestelling bij de hand.
4.3
Montagestappen
Fig. 1: Eenkamerbehuizing
1
Positie elektronicaruimte/elektronica
4 Monteren
1
7
Advertenties
Inhoudsopgave
