8-2. Panoramic View Monitor
•
De banden zijn vervangen
•
De achterklep is open en de camera bevindt zich niet in de juiste positie
•
Het wegdek is glad of de wielen slippen
•
De auto bevindt zich op een helling of een andere steile weg
●
Omdat een beeld dat eerder is vastgelegd, wordt weergegeven, kunnen het scherm en de
werkelijke situatie in de volgende gevallen verschillen:
•
Er verschijnt een obstakel of het beweegt nadat het beeld is vastgelegd
•
Zand of sneeuw valt uit elkaar en beweegt nadat het beeld is vastgelegd
•
In het weergavebereik bevinden zich modder of plassen
•
Als de auto slipt
●
Een gedeelte van of het gehele transparante beeld onder de auto wordt in de volgende situaties
zwart weergegeven:
•
De auto komt in beweging terwijl er geen beeld is vastgelegd
•
De draaihoek van het stuurwiel overschrijdt een bepaalde hoek
•
De auto staat stil en er is een bepaalde tijd verstreken
WAARSCHUWING
●
De rijlijnen van de banden en van de auto wijken mogelijk af van de werkelijke voertuigpositie
ten gevolge van het aantal passagiers, de belading, het stijgingspercentage van de weg,
de conditie van het wegdek, de helderheid van het omgevingslicht, optionele uitrusting, het
vervangen van banden, enz. Controleer tijdens het rijden ook altijd zelf nog of de weg rondom
de auto vrij is.
●
Het weergegeven beeld is het beeld dat eerder is vastgelegd. Als obstakels en andere objecten
bewegen nadat ze zijn vastgelegd, komen daarom het transparante beeld van onder de auto en
de werkelijke situatie mogelijk niet altijd overeen.
Verwante onderwerpen
Wijzigen van de instellingen van de Panoramic View Monitor(Blz. 301)
300