2
Draai het stuurwiel dusdanig dat de
geschatte koerslijnen zich binnen het
parkeervak bevinden en rijd langzaam
achteruit.
A Geschatte koerslijnen
B Parkeervak
3
Draai, als de achterzijde van
de auto zich in het parkeervak
bevindt, het stuurwiel zodanig dat
de voertuigbreedtereferentielijnen zich
tussen de linker en rechter scheidslijnen
van het parkeervak bevinden.
A Voertuigbreedtereferentielijnen
4
Zet als de voertuigbreedtereferentielijnen en de lijnen van het parkeervak parallel
liggen het stuurwiel recht en rijd langzaam achteruit totdat de auto geheel in het
parkeervak staat.
5
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand om het parkeren te beëindigen.
8-1. Lexus Parking Assist Monitor
8
263