• Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waar-
den.
• De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie
– ze vormen geen vervanging van een medisch onderzoek!
Bespreek uw gemeten waarden met uw arts. Neem in geen
geval zelf medische beslissingen op basis van deze waarden
(bijv. met betrekking tot medicijnen en de doseringen daar-
van)!
• Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby's en vrouwen met
pre-eclampsie. Alvorens de bloeddrukmeter tijdens de zwan-
gerschap te gebruiken, adviseren wij u uw arts te raadplegen.
• Aandoeningen aan hart en bloedvaten kunnen leiden tot
foutieve metingen of kunnen de meetnauwkeurigheid beïn-
vloeden. Dit is ook het geval bij een zeer lage bloeddruk, di-
abetes, doorbloedings- en hartritmestoornissen en bij koude
rillingen of trillingen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (waar-
onder kinderen) met een beperkt fysiek, zintuiglijk of geeste-
lijk vermogen of gebrek aan ervaring of kennis. Gebruik door
deze personen is alleen toegestaan wanneer het plaatsvindt
onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon, of wanneer zij van deze persoon aanwijzingen heb-
ben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Er dient
toezicht te worden gehouden op kinderen, zodat zij niet met
het apparaat spelen.
• De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een chirur-
gisch apparaat met hoge frequenties worden gebruikt.
• Gebruik het apparaat alleen bij personen met een bovenar-
momvang die geschikt is voor het apparaat.
• Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens
het oppompen kan worden beïnvloed.
• De bloedsomloop mag door de bloeddrukmeting niet on-
nodig lang worden afgebonden. Haal bij storingen van het
apparaat de manchet van de arm.
• Zorg ervoor dat de manchetslang niet bekneld raakt, of sa-
mengedrukt of geknikt wordt.
• Voorkom een aanhoudende druk in de manchet en veelvuldi-
ge metingen. De belemmering van de bloeddoorstroming die
daardoor ontstaat, kan leiden tot verwondingen.
• Let op dat de manchet niet om een arm wordt aangebracht
waarvan de slagaderen of aderen een medische behandeling
ondergaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire thera-
pie of een arterioveneuze shunt.
• Plaats de manchet niet bij personen die een borstamputatie
hebben ondergaan.
• Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden
tot meer verwondingen.
• Breng de manchet uitsluitend om de bovenarm aan. Breng
de manchet niet om andere delen van het lichaam aan.
• Houd er rekening mee dat u alleen gegevens kunt overdra-
gen en opslaan als uw bloeddrukmeter wordt voorzien van
stroom. Zodra de batterijen leeg zijn, verliest de bloeddruk-
meter datum en tijd.
• Om de batterijen te sparen, wordt de bloeddrukmeter auto-
matisch uitgeschakeld als er 30 seconden lang geen toets
wordt ingedrukt.
• Het apparaat is alleen bedoeld voor het in deze gebruiksaan-
wijzing beschreven gebruik. De fabrikant is niet aansprake-
lijk voor schade die is veroorzaakt door onjuist of verkeerd
gebruik.
4