Druk vervolgens op BEVESTIGEN om te verifiëren of het ingevoerde nummer de door u
gewenste pincode is. Druk op WIJZIGEN om naar pincode-invoer terug te keren.
Om de toegestane functionaliteit definiëren, gebruikt u de toetsen ∧ / ∨ om de
functionaliteit te selecteren en drukt u op INSCHAKELEN . Met de pin van gebruiker 1
krijgt u enkel toegang tot de ingeschakelde functionaliteit; om de functionaliteit uit te
schakelen, markeert u de ingeschakelde functionaliteit en drukt u op UITSCHAKELEN .
Wanneer de gewenste functionaliteit is uitgeschakeld, drukt u op VOLTOOIEN.
74
m-630un-nl-01