Automatische Start; Automatische Modus Met Sensorregeling; Naventilatie; Intervalventilatie - Gaggenau CV2821 1 Series Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor CV2821 1 Series:
- Gebruikershandleiding (48 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (48 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
nl De Bediening in essentie
Ventilatie uitschakelen
Druk op
.
1.
Stel met de twist-knop de gewenste vermogens-
2.
stand in.
Druk op
om over te schakelen naar het instelbe-
3.
reik van de kookplaat.
10.3 Intensiefstand
Als zich een bijzonder sterke geur of damp ontwikkelt,
kunt u de intensiefstand gebruiken. In de intensiefstand
werkt de ventilatie gedurende korte tijd in de hoogste
stand. Na korte tijd schakelt hij zelfstandig terug naar
een lagere stand.
Intensiefstand inschakelen
1.
Druk op
.
Draai de twist-knop totdat wordt weergegeven.
2.
a De intensiefstand is geactiveerd.
a Na 6 minuten schakelt het apparaat zelfstandig te-
rug naar de vermogensstand .
Intensiefstand uitschakelen
Druk op
.
1.
Draai de twist-knop totdat de vermogensstand
2.
wordt weergegeven.
Druk op
om over te schakelen naar het instelbe-
3.
reik van de kookplaat.
10.4 Automatische start
Bij de automatische start legt u in de basisinstellingen
vast of en in welke vermogensstand de ventilatie in-
schakelt, zodra u een vermogensstand van een kook-
zone kiest.
In de basisinstellingen → Pagina 25 kunt u de volgen-
de opties instellen, zodra een vermogensstand van een
kookzone wordt geselecteerd:
¡ De ventilatie start niet.
¡ De ventilatie start in de vermogensstand die door de
sensor wordt gekozen.
¡ De ventilatie start in een vastgelegde vermogens-
stand.
In de basisinstellingen kunt u ook de gevoeligheid van
de sensor aanpassen.
10.5 Automatische modus met
sensorregeling
In de automatische modus herkent een sensor in het
apparaat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de instelling van de sensorgevoeligheid
wordt automatisch de optimale ventilatorstand traploos
ingeschakeld. Reageert de sensorbesturing te zwak of
te sterk, dan kunt u de instelling van de sensorgevoe-
ligheid wijzigen.
Automatische modus met sensorregeling
inschakelen
Druk op
.
1.
a De ventilatie start op vermogensstand .
Draai de twist-knop naar rechts totdat wordt weer-
2.
gegeven.
Druk op
.
3.
a De optimale vermogensstand van de ventilatie auto-
matisch ingesteld met behulp van een sensor.
14
Automatische modus met sensorregeling
uitschakelen
Druk op
.
1.
Stel met de twist-knop een andere vermogensstand
2.
of draai aan de twist-knop totdat wordt weergege-
ven.
a De ingestelde vermogensstand verschijnt op het
display.
a De automatische modus met sensorregeling is uit-
geschakeld.
10.6 Naventilatie
De naventilatie start alleen wanneer er minstens één
kookzone minimaal één minuut was ingeschakeld. Na-
dat u de kookzone uitschakelt, blijft het ventilatiesys-
teem nog enkele minuten lopen, om de nog aanwezige
kookdamp te verwijderen. Daarna schakelt het ventila-
tiesysteem automatisch uit.
Als de automatische functie met sensorgeregelde na-
ventilatie is geactiveerd in de basisinstellingen, scha-
kelt de naventilatie automatisch in nadat het apparaat
is uitgeschakeld.
Wanneer u het apparaat of alle kookzones uitschakelt,
dan branden en
wit. De naventilatie is ingescha-
keld.
Wanneer u het apparaat en een kookzone weer inscha-
kelt, dan schakelt het apparaat de naventilatie uit.
Naventilatie uitschakelen
Druk op
.
1.
brandt oranje.
a
Kies met de twist-knop de vermogensstand .
2.
Druk op
.
3.
a De naventilatie is uitgeschakeld.
10.7 Intervalventilatie
Bij de interval-ventilatie schakelt de ventilatie automa-
tisch steeds 6 minuten per uur in.
Interval-ventilatie inschakelen
Druk op
.
1.
Draai de twist-knop totdat wordt weergegeven.
2.
Druk op
.
3.
a De intervalfunctie is geactiveerd.
Opmerking: Na uitschakeling van het apparaat bran-
den de symbolen en
Interval-ventilatie uitschakelen
1.
Druk op
.
Draai de twist-knop totdat brandt
2.
Druk op
om over te schakelen naar het instelbe-
3.
reik van de kookplaat.
a De interval-ventilatie is uitgeschakeld.
10.8 Kooktips
Hier vindt u een overzicht van nuttige kooktips voor ge-
rechten of over het gebruik van kookgerei.
¡ Wanneer u puree, romige soepen of dikvloeibare
sauzen opwarmt, deze af en toe omroeren.
¡ Stel kookstand 8-9 in om voor te verwarmen.
¡ Wanneer u bereidt met deksel, de kookstand verla-
gen zodra er stoom vrijkomt. Het bereidingsresultaat
wordt door het vrijkomen van stoom niet beïnvloed.
wit.
Advertenties
Inhoudsopgave
