INSTALLATIE
Ingebruikname
10.3 Aansluiting op de warmtepomp
Voor de aansluiting hebt u de boileraansluitset nodig (zie het
hoofdstuk "Toestelbeschrijving/vereist toebehoren").
f02
f01
c06
c06 Warmwateruitloop
c11 Veiligheidsgroep
e01 Verwarming aanvoer
e02 Verwarming retour
f01
Warmtebron aanvoer
f02
Warmtebron retour
1
Snelontluchter (boileraansluitset)
2
Wandbevestiging (boileraansluitset)
3
T-stuk (boileraansluitset)
4
Veiligheidsgroep
5
Kniestuk (boileraansluitset)
f Sluit de bij de boileraansluitset geleverde slangen aan op het
f
toestel.
f Sluit de bij de boileraansluitset geleverde snelontluchter
f
voor de warmtewisselaar aan. Zet het ventiel bij de montage
open.
f Sluit het bij de boileraansluitset geleverde T-stuk aan op de
f
aansluiting "Verwarming retour" van de warmtepomp.
f Voer de kabel van de warmwatersensor door een vrije ka-
f
beldoorvoer in de warmtepomp. Houd bij het aansluiten
rekening met de bedienings- en installatiehandleiding van de
warmtepomp.
www.stiebel-eltron.com
e01
e02
c11
10.3.1 Zuurstofdiffusie
Materiële schade
!
Voorkom open verwarmingsinstallaties en vloerverwar-
mingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststofleidin-
gen.
1
Bij vloerverwarmingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststof-
leidingen of open verwarmingsinstallaties kan door gediffundeer-
de zuurstof corrosie optreden aan de stalen delen (bijv. aan de
warmtewisselaar van de warmwaterboiler, aan bufferreservoirs,
2
stalen verwarmingselementen of stalen buizen).
Materiële schade
!
De corrosieproducten (bijv. roestslib) kunnen in de com-
ponenten van de verwarmingsinstallatie neerslaan en
door vernauwing van de doorsnede vermogensverlies of
storingsuitschakelingen veroorzaken.
11. Ingebruikname
11.1 Eerste ingebruikname
3
f Open de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
f
f Open een tappunt tot het toestel is gevuld en het leidingnet
f
luchtvrij is.
4
f Let daarbij op het maximale doorstroomvolume bij een volle-
f
5
dig geopende kraan (zie het hoofdstuk "Technische gegevens/
gegevenstabel").
f Controleer de goede werking van de veiligheidsklep.
f
f Vul het warmtepompcircuit.
f
f Vul de warmtewisselaar en ontlucht die bij de snelontluchter.
f
f Stel de warmtepomp in werking. Houd daarbij reke-
f
ning met de bedienings- en installatiehandleiding van de
warmtepomp.
11.1.1 Overdracht van het toestel
f Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit en maak
f
hem vertrouwd met het gebruik ervan.
f Wijs de gebruiker op de veiligheidsklep, de betekenis daar-
f
van en de bedieningsinstructies.
f Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name het gevaar
f
van brandwonden.
f Overhandig deze handleiding.
f
11.2 Opnieuw in gebruik nemen
Zie hoofdstuk "Eerste ingebruikname".
12. Buitendienststelling
f Tap het toestel af. Zie hoofdstuk "Onderhoud/toestel
f
aftappen".
SBB 150 WPF | SAS |
13