Inhoud
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
1.9
2
2.1
2.2
2.3
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
4
5
6
7
8
2
Pagina
Aanwijzingen voor de
bezitter van de warmtepomp
2
verwarmingsinstallatie
2
2
Het hoofdstuk "Installatie" is bestemd voor de
2
installateur.
2
3
Aanwijzing
3
Lees deze handleiding voor gebruik
3
zorgvuldig door en bewaar deze op een
3
veilige plaats.
3
Overhandig de handleiding in voorkomende
4
gevallen aan een volgende gebruiker.
4
4
GEVAAR voor letsel
4
!
Als kinderen of personen met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens het toestel moeten
6
bedienen, moet ervoor worden gezorgd
6
dat dit alleen gebeurt onder toezicht of na
6
degelijke instructies door een persoon die
8
voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
10
Houd altijd toezicht op kinderen en zorg
10
ervoor dat deze nooit met het toestel spelen.
10
11
Onderhoud en verzorging
11
Toestel- en milieuschade
11
!
Onderhoudswerkzaamheden, zoals
12
het controleren van de elektrische veiligheid,
mogen alleen worden uitgevoerd door een
17
installateur.
f Bescherm het toestel tegen stof
17
en vuil tijdens de bouwfase.
ª Een vochtige doek volstaat om de kunststof-
17
en metalen onderdelen te verzorgen en
te reinigen. Gebruik geen schurende
18
reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen
met oplosmiddelen.
19
ª Controleer maandelijks de werking van
de condensaatafvoer (visuele inspectie).
22
Controleer tevens of er onder of naast
22
het toestel water aanwezig is. Neem het
hoofdstuk "Probleemoplossing" in acht.
Wij adviseren jaarlijks een inspectie
(controleren van de actuele toestand) en,
indien nodig, een onderhoudsbeurt (her-
stellen van de ingestelde toestand) door een
installateur te laten uitvoeren.
.CZ`<<`.
1 Algemeen
Installatie, ingebruikname, evenals
onderhoud en reparatie van het toestel mogen
alleen door een gekwalificeerde installateur
uitgevoerd worden.
Wij waarborgen de goede werking en
de bedrijfsveiligheid uitsluitend bij
gebruik van originele accessoires en
vervangingsonderdelen voor de apparatuur.
Deze montageaanwijzing geldt alleen
voor de vakman. Voor de installatie
van de warmtepomp is bovendien de
gebruiksaanwijzing van de warmtepomp-
manager WPM noodzakelijk.
Overeenkomstig de desbetreffende installatie
moeten bovendien de montagehandleidingen
van de bij de installatie behorende
componenten in acht worden genomen!
1.1 Voorgeschreven gebruik
Het toestel is bestemd voor het verwarmen van
ruimtes binnen het werkingsgebied dat in de
technische gegevens wordt vermeld.
Het toestel is bestemd voor gebruik in een
huishoudelijke omgeving. Het kan veilig
worden bediend door personen die daarover
niet zijn geïnstrueerd. Het toestel kan
eveneens ook buiten een huishouden gebruikt
worden, bijv. in het kleinbedrijf, voor zover het
op dezelfde wijze wordt gebruikt.
Elk ander gebruik geldt niet als gebruik
conform de voorschriften. Het voorgeschreven
gebruik omvat ook de naleving van deze
handleiding. In geval van wijzigingen of
aanpassingen aan dit toestel vervalt de
garantie.
1.2 Veiligheidsaanwijzingen
Neem de hierna vermelde
veiligheidsaanwijzingen en voorschriften in
acht.
- De elektrische installatie en de installatie
van het verwarmingscircuit mogen alleen
uitgevoerd worden door installateurs.
- De installateur is tijdens de installatie en
de eerste ingebruikname verantwoordelijk
voor het naleven van de geldende
voorschriften.
- Gebruik het toestel uitsluitend als het
volledig is geïnstalleerd en als alle
veiligheidsuitrustingen zijn aangebracht.
1.3 CE-logo
Het CE-logo geeft aan dat het toestel voldoet
aan alle fundamentele vereisten:
- richtlijn voor de elektromagnetische
compatibiliteit
- laagspanningsrichtlijn
- druktoestelrichtlijn
1.4 Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel