5.8.10 rootArc
De rootArc-methode is lassen met een stabiele en zachte korte vlamboog, ook bij lange lasleidingen.
rootArc-lassen biedt:
•
Eenvoudig, veilig lassen van grondnaden zonder badsteun.
•
Moeiteloze naadoverbrugging.
Na het selecteren van de rootArc-methode (zie hoofdstuk "MIG/MAG-lasopdrachtenselectie") staan deze
eigenschappen tot uw beschikking.
5.8.11 forceArc
Het forceArc-proces is lassen in het sproeivlamboogbereik met zeer verkleinde vlamboog.
De nadelen van kortsluitingsfasen worden hierbij door snelregelende invertertechniek vereffend.
forceArc-Schweißen biedt:
•
Goed inbrandgedrag.
•
Richtingsstabiele vlamboog.
•
Laag risico op inbrandkerven.
•
Hogere lassnelheid.
•
Lage warmte-invloedzone.
Na het selecteren van het forceArc-lasproces (zie hoofdstuk "MIG/MAG-lasopdrachtenselectie") staan
deze eigenschappen tot uw beschikking.
Net zoals bij pulsvlambooglassen dient men bij forceArc-lassen vooral op de goede kwaliteit van
de lasstroomaansluiting te letten!
•
Houd lasstroomleidingen zo kort mogelijk en gebruik geschikte diameters voor de leidingen!
•
Lasstroomleidingen, lastoortsleidingen en leidingen van eventueel tussenslangpakket volledig afrollen.
Lussen vermijden!
•
Gebruik de hoog vermogen aangepaste lastoorts, indien mogelijk watergekoeld.
•
Bij het lassen van staal, gebruik tevens lasdraad met toereikend koper. De draadspoelen moeten
laagspoelen zijn.
099-005157-EW505
09.06.2011
Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
43