11. Alarm functie
11-1 Alarm functie
Vergelijk het gemeten resultaat met de vooraf ingestelde referentiewaarde op de
PV-isolatiemeting, isolatiemeting en aardingsmeting functies en meld het
resultaat aan de gebruiker met een zoemer.
Selecteer een van de volgende referentiewaarden of voer een gewenste waarde
in.
Voor elk bereik kunnen verschillende waarden worden ingesteld
Functie
Isolatie meting (MΩ)
& PV isolatie meting
Aardingsmeting (Ω)
Wanneer ">" is geselecteerd bij de alarminstelling, klinkt de zoemer en
worden een knipperende ">" markering en de vooraf ingestelde
referentiewaarde weergegeven wanneer de gemeten waarde de
referentiewaarde overschrijdt.
Wanneer bij de instelling "<" is gekozen, klinkt de zoemer en worden
knipperende "<"-markering en de vooraf ingestelde referentiewaarde
weergegeven wanneer de gemeten waarde lager is dan de
referentiewaarde.
Deze functie is uitgeschakeld als "OFF" is geselecteerd.
(Standaardinstelling: OFF)
11-2 Hoe alarm instellen
De volgende figuren (Fig. 11-1 tot 11-7) laten zien hoe het alarm kan worden
ingesteld. De hieronder beschreven instellingsprocedures zijn gemeenschappelijk
voor alle functies. Als u tijdens het instellen op de BACK toets drukt, keert u
terug naar de vorige stap.
1. Druk SET UP in
2. Druk cursor knop in (△
of ▽) om ">", "<" of
"OFF" te selecteren
Alarm functie – Referentie waarde
0.1, 0.2, 0.25, 0.4, 0.5, 1, 2, 3, 5,
10, 20, 30, 50, 100
1, 2, 3, 4, 5, 10, 20, 30, 50, 100,
200, 300, 500, 1000
Figuur 11-1
Figuur 11-2
46
Knipperen