9-3 Nauwkeurige meting (met MODEL 7228A testsnoeren)
(1)
Verbinding
Schakel de hulpaardingspinnen P(S) en C(H) diep in de grond. Zij moeten op
een afstand van 5 - 10 m van de te testen geaarde apparatuur worden
geplaatst. Sluit de groene draad aan op de te testen geaarde apparatuur, de
gele draad op de hulpaardingspin P(S) en de rode draad op hulpaardingspin
C(H) van de klemmen E, P(S) en C(H) van het instrument in volgorde.
Red
Yello w
Green
Rood Geel Groen
Figuur 9-8
Figuur 9-10
Au x ilia ry ea rth sp ik es
Hulp aardingsspinnen
Nota : Zorg ervoor dat u de hulpaarde spikes in het vochtige deel van de grond steekt.
Geef voldoende water waar de spikes in het droge, steenachtige of zanderige deel van de
aarde moeten worden gestoken, zodat het vochtig kan worden. In geval van beton, leg
de hulpaarde spikes neer en geef ze water, of leg een natte doek e.d. op de spike tijdens
het meten.
Red
Yellow
Ea rth electrod e u n d er test
Geteste aardingselectrode
40
Gebruik de MODEL7228A
meetsnoeren voor de meting.
Verbind de rode draad (20m) met de
C(H) aansluiting, de gele draad
(10m) met de P(S) aansluiting en de
groene draad met de E aansluiting.
MODEL7228A (met snoer spoel)
Green
Figuur 9-9
E
P
C