KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 1. VOORZORGSMAATREGELEN Het toestel werd ontwikkeld en getest conform de veiligheidsnorm voor elektronische meetapparatuur IEC 61010-1 en heeft de controle doorstaan in optimale omstandigheden. De handleiding bevat waarschuwingen en richtlijnen die dienen nageleefd te worden om een veilige bediening te waarborgen.
Pagina 4
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding WAARSCHUWING ♦ Voer geen enkele meting uit indien u iets abnormaals vaststelt, zoals een defecte behuizing, beschadigde meetsnoeren of onbeschermde metalen delen. ♦ Druk niet op de testknop terwijl u de meetsnoeren met het toetel verbindt. ♦ Verplaats de bereikschakelaar niet wanneer de meetsnoeren met de te testen apparatuur verbonden zijn.
Pagina 5
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Meetcategorieën (overspanningscategorieën) Om een veilige werking van de meettoestellen te verzekeren, heeft de IEC61010- richtlijn veiligheidsnormen opgesteld voor verschillende elektrische omgevingen en deze onderverdeeld in categorieën van CAT I tot CAT IV, meetcategorieën genoemd. Categorieën met een hoger nummer stemmen overeen met elektrische omgevingen met een grotere momentele energie.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 2. KENMERKEN De KEW3021A/ 3022A/ 3023A zijn digitale isolatieweerstandsmeters met 4 bereiken voor het testen van laagspanningsinstallaties van minder dan 600V. Een weerstandsmeting met akoestische continuïteitstest behoort eveneens tot de mogelijkheden. ♦ In overeenstemming met onderstaande veiligheidsnormen: IEC61010-1(CAT.
Pagina 9
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Werkingsfout De werkingsfout (B) is een fout die men verkrijgt onder nominale werkingsvoorwaarden en die berekend wordt, rekening houdend enerzijds met de intrinsieke fout (A) die inherent is aan het gebruikte toestel en, anderzijds, met de fout (En) ingevolge veranderingen. In overeenstemming met de norm IEC61557, moet de maximale werkingsfout +/- 30% bedragen.
Pagina 10
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Weerstand voor test Aantal mogelijke metingen Bereik minstens 1300 maal 0.05MΩ 100V minstens 1300 maal 0.1MΩ 125V minstens 1200 maal 0.125MΩ 250kV minstens 1000 maal 0.25MΩ 500V minstens 1000 maal 0.5MΩ 1000V minstens 400 maal 1MΩ Continuïteit minstens 1300 maal 1Ω...
Pagina 11
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Toebehoren Model 7103A: meetsnoer met knop voor afstandsbediening Model 7161A: teststaaf Model 7131A: krokodillenklem Model 8017: verlengpunt Draagriem Opbergtas voor meetsnoeren 6 batterijen R6P (SUM-3), afm. AA Handleiding Opties Model 7115: verlengprobe Modèle 8016: haakvormige probe...
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 5. VOORBEREIDING 5.1. Aansluiting van het meetsnoer Steek de probeconnector in de ingangsklem van het toestel (zie fig. 3): 5.2. Controle van meetsnoer en zekering (1) Zet de bereikschakelaar op het Ω (CONTINUITEIT)-bereik. (2) Als het symbool "OL" verschijnt terwijl u het rode meetsnoer (lijn) en het zwarte meetsnoer (aarde) kortsluit, dan is één van de meetsnoeren of de zekering vermoedelijk defect.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 6. METING 6.1. Spanningsmeting (controle loskoppelen van het net) Verbind de aardprobe met het te testen circuit en de lijnprobe met de andere zijde. Is het circuit is niet geaard, verbind de aardprobe dan met een andere geschikte geleider. Lees de waarde af zonder de testknop of de knop voor afstandsbediening in te drukken.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 6.2. Meten van isolatieweerstand Vooraleer men een isolatietest begint,de maximale spanning controleren die op het te testen circuit mag aangelegd worden. Opmerking: Bepaalde circuits hebben een onstabiele isolatieweerstand waardoor er fluctuaties in de uitlezing kunnen optreden tijdens de meting. ...
Pagina 16
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding (2) Verbind de aardprobe met de aardingsklem van het te testen circuit. Als het circuit niet geaard is, de aardprobe met een geschikte geleider verbinden. (3) Verbind de lijnprobe met het te testen circuit en druk de testknop of de knop voor afstandsbediening in.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Automatische ontladingsfunctie Met deze functie wordt de lading die zich in de condensator van het testcircuit heeft opgestapeld automatisch ontladen na de meting. Plaats de bereikschakelaar op OFF of draai de knop voor afstandsbediening op OFF met het meetsnoer aangesloten. De ontlading kan gecontroleerd worden via de spanningsLED en het symbool (6) Plaats de bereikschakelaar op OFF en verwijder de probes uit het toestel.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 6.4. Kenmerken van de uitgangsspanning Het toestel is in overeenstemming met de IEC61557 norm. Deze norm bepaalt dat de nominale stroom minstens 1mA moet bedragen en onderste limiet van de isolatieweerstand de nominale spanning aan de aansluitklem moet behouden (zie onderstaande tabel).
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Fig.9 6-5 Meten van weerstand (continuïteitstest) GEVAAR Leg geen spanning aan in het weerstandsbereik. Controleer of het circuit of de apparatuur volledig spanningsvrij is alvorens een meting te beginnen. Nulinstelling Ω Met deze functie kan men de weerstand van het meetsnoer of de zekering op nul instellen, zodat enkel de weerstand van de testapparatuur weergegeven wordt.
Pagina 20
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Programmeren Plaats de bereikschakelaar op Ω (continuïteit). Sluit de meetsnoeren kort: rood (lijn) en zwart (aarde). Druk op de Ω-nulinstellingsknop terwijl de testknop vergrendeld is of de knop voor afstandsbediening ingedrukt. De aanduiding “0Ω” licht op en een waarde van 0,00Ω wordt weergegeven. De waarde wordt in het geheugen van het toestel bewaard en wordt niet gewist als men het toestel uitschakelt.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding Maak een omgekeerde aansluiting van de meetsnoeren bij het meten van spanning met omgekeerde polariteit. Het meetresultaat in de weerstandsfunctie kan beïnvloed worden door impedantie of piekstroom in het circuit dat parallel verbonden is met het toestel. 6.6.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding indrukken om de bereikschakelaar op 500V of 1000V in te stellen. Druk op de UP of DOWN toets om PASS of FAIL te selecteren en daarna op ENTER. Selecteer de waarschuwing PASS als de gemeten waarde de geprogrammeerde waarde overschrijdt.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding resultaat te wissen. Geheugenoproep Plaats de bereikschakelaar op de gewenste isolatieweerstand en druk op MEM. Druk op UP of DOWN om het geheugennummer te veranderen. De gemeten spanning en waarde worden weergegeven. Alle opgeslagen gegevens wissen Om het volledige geheugen te wissen, de bereikschakelaar van OFF naar Ω (CONTINUITY) draaien terwijl men de MEM toets ingedrukt houdt.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 8.1. Vervangen van de batterijen Verwijder de testprobe uit het toestel. Open het deksel van het batterijcompartiment door de metalen schroef los te maken. Vervang de 6 batterijen steeds gelijktijdig. Schroef het deksel weer vast alvorens het toestel opnieuw te gebruiken. 8.2.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 9. BEHUIZING EN TOEBEHOREN 9.1. Deksel Het deksel van de behuizing kan aan de onderkant van het toestel vastgemaakt worden tijdens het meten. Klik het deksel open. Draai het (180°) naar achter om het onderaan op de behuizing te bevestigen.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 9.3. Testprobes en vervanging (1) Types probes Model 8072: Standaardtestprobe voor gewone metingen (bevestigd op de lijnprobe bij levering). Model 8017: Verlengprobe (gebruikt op meetplaatsen die moeilijk toegankelijk zijn). Model 8016: Haakvormige probe (optie) om aan een geleider vast te haken. (2) Vervangen van de probe Om de testprobe te vervangen draait men het kapje van de lijnprobe tegen wijzerzin.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 9.4 Adapters voor aardingssnoer en vervanging (1) Adapters Model 7131B: Krokodillenklem. Wordt aangesloten op de aardingsklem van het klemmenbord. Model 7161A: Teststaaf. Wordt verbonden met de aarding van het stopcontact. (2) Vervangen van de adapters Voor het vervangen van de adapters, trekt men ze eruit. Bevestig daarna de geschikte adapter aan het einde van het aardingssnoer.
KEW3021A-3022A-3023A NL Handleiding 11. HERSTELLING Als het toestel niet naar behoren werkt, stuur het dan terug naar uw verdeler en omschrijf de fout. Vooraleer u dit doet, controleert u best eerst het volgende: a) Ga na of de instructies werden opgevolgd. b) Controleer de meetsnoeren.