5.7
Toegangsbesturing
Als beveiliging tegen het onbevoegd of per ongeluk verstellen van de lasparameters op het apparaat, is
het met behulp van de sleutelschakelaar mogelijk om de invoer van de besturing te blokkeren.
In sleutelstand 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld.
In sleutelstand 0 kunnen de volgende functies of parameters niet worden gewijzigd:
•
Geen verstelling van het werkpunt (lasvermogen) in de programma's 1–15.
•
Geen wijziging van lassoort, bedrijfsmodus in de programma's 1–15.
•
Lasparameterwaarden kunnen in het functieverloop van de besturing worden weergegeven, maar niet
worden gewijzigd.
•
Geen omschakeling van lasopdracht (block-JOB-bedrijfsmodus P16 mogelijk).
•
Geen wijziging van speciale parameters (behalve P10) – herstart vereist.
099-005598-EW505
26.01.2018
Opbouw en functie
Toegangsbesturing
39