Inhoudsopgave
Advertenties
Met uitzondering van de batterij bevat het apparaat geen onderdelen die door niet opgeleid en onbevoegd personeel ver-
vangen moet worden. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door andere kan de veiligheid van
het instrument in gevaar komen.
4.1. REINIGING
Maak het apparaat los van alle spanningsbronnen en zet de schakelaar op OFF. Controleer of er geen enkele kabel omkneld wordt.
Gebruik een zachte, enigszins vochtige doek en droog snel af met een droge doek of hete lucht. Gebruik geen alcohol, oplosmiddel
of koolwaterstof.
De luchtspleten van de tang moeten altijd schoon gehouden worden.
Bewaar de tang niet in ruimte die zeer vochtig is of die blootgesteld wordt aan spatten.
4.2. VERVANGEN VAN DE BATTERIJ
De batterij moet vervangen worden wanneer het controlelampje On niet gaat branden wanneer het apparaat wordt ingeschakeld
bij afwezigheid van externe voeding.
■ Verwijder de geleider van de tang en maak deze los. Zet de schakelaar op OFF.
■ Draai met behulp van een schroevendraaier de onverliesbare schroef van het klepje van het batterijvakje los en trek dit in het
verlengde van de bewegende arm.
■ Vervang de lege batterij door een nieuwe.
De lege batterijen en accu's mogen niet als huisvuil weggeworpen worden. Breng ze naar een hiervoor bedoeld recycling-
centrum.
■ Plaats de batterij in zijn zitting en denk daarbij aan de juiste polariteit.
■ Sluit het vakje weer en controleer of het volledig en correct gesloten is.
■ Draai de schroef weer vast.
4.3. HANDMATIGE INSTELLING
Door een handmatige instelling van de tang kan de versterking worden aangepast zonder gebruik te maken van de PC. Om een
goede meetprecisie te behouden, wordt aanbevolen de tang een keer per jaar te controleren.
4.3.1. BENODIGD MATERIAAL
■ Een stroomgenerator 200 Aac, 40 tot 60 Hz
■ Een stroomgenerator 10 Aac, 60 Hz precisie ≤ 0,2%
■ Een stroomgenerator 1 Aac, 60 Hz precisie ≤ 0,2%
■ Een precisie-voltmeter ≤ 0,2%
4.3.2. INSTELPROCEDURE
1. Demagnetiseer vooraf de tang door een geleider te omknellen waar een wisselstroom van minimaal 200 Arms doorheen komt
en met een frequentie tussen 40 en 60 Hz. Verwijder daarna voorzichtig de tang van de geleider, terwijl hier nog steeds stroom
op staat.
2. Plaats de tang gedurende een uur in een omgevingstemperatuur van 23 ± 2°C. Deze mag geen enkele geleider omknellen
en de bekken moeten goed gesloten zijn. Sluit de voltmeter aan in Vac op de uitgang van de tang.
3. Houd, voor toegang tot de instelmodus, de knop DC Zéro ingedrukt en zet de schakelaar van de stand OFF naar de stand van
het in te stellen kaliber (10 mV/A of 100 mV/A). Houd de knop DC Zéro nog 30 seconden ingedrukt, totdat het controlelampje
ON oranje en daarna groen knippert. Laat de knop DC Zéro los. De tang staat in de instelmodus.
4. ONDERHOUD
15
Advertenties
Inhoudsopgave
