iTHERM TMS21 MultiSens Slim
Endress+Hauser
Omgevingsomstandigheden
1. Controleer of de omgevingscondities geschikt zijn voor het (de) instrument(en):
omgevingstemperatuur, luchtvochtigheid (beschermingsklasse IPxx), trillingen,
explosiegevaarlijke omgeving (Ex, Dust-Ex), RFI/EMC, zonwering, enz.
2. Controleer de toegang tot het (de) instrument(en) voor gebruik en onderhoud
Configuratie parameters
‣
Configureer het (de) instrument(en) volgens de bedieningshandleiding met de door de
klant gespecificeerde of op de ontwerpspecificatie vermelde parameters
Controle uitgangssignaalwaarde
‣
Controleer en bevestig dat het lokale display en de uitgangssignalen van het (de)
instrument(en) overeenstemmen met het display van de klant
7.2.2
Uitgebreide inbedrijfname
Naast de stappen van de standaard inbedrijfname moeten de volgende ook worden
doorlopen:
Conformiteit instrument
1. Controleer het (de) ontvangen instrument(en) met de order of ontwerpspecificatie
inclusief accessoires, documentatie en certificaten
2. Controleer de softwareversie (bijv. toepassingssoftware zoals "Batching") wanneer
deze wordt geleverd
3. Controleer of de documentatie de juiste uitgave en versie heeft
Functionele test
1. Test van de instrumentuitgangen, inclusief schakelpunten, extra in-/uitgangen met
de interne of externe simulator (bijv. FieldCheck)
2. Vergelijk de meetgegevens/resultaten met een referentie van de klant. (bijv.
laboratoriumresultaat in het geval van een analysator, weegschaal in het geval van
een batchtoepassing, enz.)
3. Stel het (de) instrument(en) zo nodig en zoals beschreven in de
bedieningshandleiding in
7.2.3
Geavanceerde inbedrijfname
De geavanceerde inbedrijfname biedt een circuittest naast de stappen die in de standaard
en uitgebreide inbedrijfname.
Circuittest
1. Simuleer minimaal 3 uitgangssignalen van het (de) instrument(en) naar de
controlekamer
2. De gesimuleerde en aangegeven waarden uitlezen/noteren en controleren op
lineariteit
7.3
Inschakelen van het instrument
Wanneer de eindcontroles zijn uitgevoerd, is het tijd de voedingsspanning in te schakelen.
Daarna is de multipoint-thermometer gereed voor bedrijf. Als er een Endress+Hauser
temperatuurtransmitter in gebruik is, raadpleeg dan de bijgevoegde beknopte handleiding
voor de inbedrijfname.
Inbedrijfname
21