Klik op Start — Devices and Printers (Apparaten en Printers) (voor Windows 7 en Windows
Server 2008 R2).
Klik op Start — Control Panel (Configuratiescherm) — Hardware and Sound (Hardware
en Geluiden) — Printers (voor Windows Vista en Windows Server 2008).
Er verschijnt een lijst met beschikbare printers.
2. Klik met uw rechtermuisknop op het pictogram voor uw printer en klik op Printing Preferences
(Voorkeursinstellingen voor afdrukken) .
3. Maak keuzes op de tabbladen van het stuurprogramma en klik dan op OK om uw keuzes op te
slaan.
Opmerking:
Voor meer informatie over Windows print driver-opties, klikt u op Help op het tabblad print driver om
de online Help te zien.
Opties selecteren voor een individuele taak (Windows)
Als u speciale afdrukopties wilt gebruiken voor een specifiek taak, dient u de instellingen van het
stuurprogramma te wijzigen voordat u de taak naar de printer stuurt. Indien u bijvoorbeeld Hoge
resolutie wilt gebruiken voor een bepaalde afbeelding, dan selecteert u deze instelling in het
stuurprogramma voordat u de taak afdrukt.
1. Ga, met het gewenste document of afbeelding open in uw applicatie, naar het dialoogvenster Print
(Afdrukken) .
2. Selecteer uw printer en klik op Preferences (Voorkeuren) om de print driver te openen.
3. Maak uw keuzes op de tabbladen van het stuurprogramma.
Opmerking:
In Windows kunt u huidige afdrukopties opslaan met een bepaalde naam en deze toepassen op
andere afdruktaken. Maak keuzes op het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer), Graphics
(Afbeeldingen), Layout, Watermarks/Forms (Watermerken/formulieren) en klik dan op
Save (Opslaan) onder Favorites (Favorieten) op het tabblad Paper/Output (Papier/uitvoer).
Klik op Help voor meer informatie.
4. Klik op OK om uw keuzes op te slaan.
5. Druk de taak af.
Epson AcuLaser M1400 Series
Gebruikershandleiding
Afdrukbasics
46