ln de
eersle
puntkolom
(rekenend
van
boven
naar
beneden)
moet
de
tweede
punt
van
boven worden
afgedrukt.
De
waarde daarvan
is
32;
dat
wordt
dan
het
eerste getal
in
het DATA-statement.
ln
de
tweede
kolom moet de
bovenste
punt en de derde van boven
worden
afgedrukt.
De waarden daarvan
zijn
resp. 64
en
16.
We
tellen
64 en
16
bii
elkaar op en krijgen dan de waarde 80. Het getal 80
wordt
het
volgende
getat
in
ons
DATA-statement.
ln
de
derde kolom
moeten
drie
punten
worden afgedrukt,
met resp.
de
"
waarden 64,
8
en 2. Deze waarden
tellen
we
bijelkaar
op, zodat
74
het
.
volgende
getal
in
het DATA-stalement
wordt.
In
de
vierde
kolom
moeten
ook drie punten
worden afgedrukt,
met resp, de
waarden 64, 4 en
1,
Bij
elkaar
opgeteld
geeft dat de waarde 69
als
volgend
getal
in
ons
DATA-statement.
ln
de
viifde kolom
moeten de punten 32 en 2
worden algedrukt,
dus de waarde voor de
viilde kolom
is
34:
het
volgende
getal
in
het DATA-statement.
ln
de
zesde kolom
moeten de
punten
'16,
I
en
4
worden
afgedrukt. Samen
geefl
dat
de
waarde
28 als het
volgende
getal
in
het
DATA-statement.
Omdat de
rechterzijde
van de
albeelding
het
spiegelbeeld
is
van
de
linkerziide, kunnen
we de getallen van de
linkerzijde opnieuw gebruiken,
maarnu
in
omgekeerde volgorde:
de
zevende
kolom
wordt34,
deachtste69,
de
negende
74, de
liende
80 en de elfde 32.
Het DATA-statement ziet er
nu als
volgt
uit:
DAT
A 32,8O,74,69,31,28,34,69,74,80,32
Elk
getal
in
dit
DATA-statement vertelt de
printerwelkvan dezeven
punten
in
elke kolom moet worden
afgedrukt.
Het
eerste
getal van
het DATA-statement
geeft
aan
wat
in
de
eerste
kolom
moetworden
afgedlUkt,
hettweede
wat
in
de
tweede kolom
moet
worden afgedrukt, enz..
Het
moeiliikste hebben
we nu gehad. Nu
moelen
we nog zien hoe we de
printer
voorbereiden voor ontvangst
van het DATA-statement, zodat
de
prinler
exact print wat we
uiteindeliik
willen
afdrukken.
Dit
doen
we
mel een
BASIC-programma,
waarin ook
het
DATA-statement
zal
worden
opgenomen.
27