Escape.codes
Met
escape-code
kunt
u
speciale
functies
van uw 1029 Printer
aanroepen.
Daarbii behoren
onder
meer
luncties
als
onderstrepen, gespatieerd schrift,
internationale
karakters en graphics.
U
voert
een
escape-code
in
door
twee
maal op
E
te
drukken.
Op uw
scherm verschiint
het karakter
El
.
Daarna moet
u
nog een
commando ingeven
om de
computer
te
vertellen
welke
escape-code
u
wilt
gebruiken.
ln
de
meeste
gevallen
zult
u na
het
indrukken
van
I
E
een
control-code intikken.
Dit
doet
u
door
ffiingedruktte
houden
en
gelijktiidig
op
een andere toets
te
drukken.
Welke
toets
is
afhankelijk
van
de
control-code die
u
wilt
gebruiken.
Als
u
bijvoorbeeld
in BASIC wilt
onderstrepen,
luidt de
control-code
En.
Dit
betekent
dat
u
m
ingedrukt
houdt en
gelijktijdig op
E
drukt.
Er
verschiint
dan een
grafisch
karakter
op
uw
scherm-
Bij@lM
Oiivoorbeeld ziet
dit
graf
ische
karakter
er
zo uit:
l_1.
Geen
zorgen, deze grafische
karakters
worden niel
mee
afgedrukt.
Ze symboliseren slechts
de door
u
gebruikte
speciale
functies,
Onderstrepen
Een
van de
functies waarvoor
een
escape-code
is
vereist,
is
de
lunctie
onderstrepen.
Om in BASIC karakters te
onderstrepen, dient
u in
de
tekststring,
dus
tussen
de
aanhalingslekens, v66r
het
eerste
karakter
dat
onderstreept
moet
worden, achtereenvolgens
op
@EEEEEte
drukken.
Voorbeeld:
LPRINT"EEMZO
OETJE
ONDERSTREPEN.
'' M
De printer drukt dan
onderstaande
regel
af:
ZO
MOET
JE
ONDERSTREPEN.
De printer
onderstreepttot
het einde van de
programmaregel
(d.w.z. tot de
EE
die de regel
alsluit), tenzij
u
het
commando
geeft om het
onderstre-
pen eerder te
beeindigen.
De
escape-code hiervoor
luidt:
EIE
E.