2.
Plaats de transparanten met de langezijde-invoer.
3.
Stel de papiergeleiders indien nodig in op het formaat van de transparanten.
4.
Wijzig op het bedieningspaneel het papiertype in TRANSPARENCY (Transparanten).
5.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
6.
Kies deze printer als printer die u gaat gebruiken om af te drukken en klik op
Properties (Eigenschappen).
7.
Klik op de vervolgkeuzelijst Mediatype en klik op Transparanten.
8.
Kies de papierlade waarin u de transparanten hebt geplaatst in de vervolgkeuzelijst
Bron en klik op de lade die de transparanten bevat.
9.
Klik op de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
10.
Kies bij Paper Size (Papierformaat) het formaat van het oorspronkelijke document.
11.
Klik op OK.
12.
Klik op Afdrukken in het dialoogvenster Afdrukken om het afdrukken te starten.
A
FDRUKKEN OP BRIEFKAARTEN
In de universele lade (lade 5) kunt u afdrukken op briefkaarten.
B
RIEFKAARTEN PLAATSEN EN AFDRUKKEN
Voordat u briefkaarten in de lade plaatst, moet u rekening houden met het volgende:
>
Zorg ervoor dat u de briefkaarten bewaart op een koele en droge plaats, en in de
oorspronkelijke verpakking. Als u dit niet, kunnen de briefkaarten vanwege vochtigheid
krullen.
>
Plaats een stapel die niet hoger is dan 10 mm, niet hoger dan de aangegeven lijn.
1.
Wanneer u de briefkaarten in de lade plaatst, moet u rekening houden met het
volgende:
>
Plaats grote briefkaarten met de langezijde-invoer en met de afdrukzijde omlaag.
Plaats de bovenkant van de briefkaart eerst in de printer (linkerzijde van de printer).
>
Plaats kleine briefkaarten met de kortezijde-invoer en met de afdrukzijde omlaag.
Plaats de bovenkant van de briefkaart richting de achterkant van de printer.
Grote briefkaarten
Langezijde-invoer
Kleine briefkaarten
Kortezijde-invoer
Afdrukken > 21