Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmen; Alarm Al Dan Niet Doorgeven Aan Error-Relais; Alarmgrenzen Instellen - Stienen BE CBA-2006 Gebruikershandleiding

Klimaat
Verberg thumbnails Zie ook voor CBA-2006:
Inhoudsopgave

Advertenties

Alarmen

7.1 Alarm al dan niet doorgeven aan ERROR-relais

Na drukken op de alarmtoets, toont het linker display de actuele alarmcode (F00 = geen alarm).
Op het rechter display kunt u instellen of het alarm via het ERROR-relais (instelling = 1) aan een
extern apparaat moet worden doorgegeven of niet (instelling = 0). Staat deze op 0, dan knippert
de LED in de alarmtoets.
Het alarm wordt pas na het verstrijken van de door de installateur ingestelde alarm-
vertragingstijd doorgegeven aan het ERROR-relais.
Afdeling uit bedrijf schakelen
Zet u de instelling op 2, dan schakelt u de afdeling uit bedrijf. Het rechterdisplay toont dan
streepjes (- - -).

7.2 Alarmgrenzen instellen

Drukt u deze toetsen na elkaar, dan verschijnt de berekende ondergrens afdelingstemperatuur
op het linker display. Het rechter display toont de relatieve ondergrens ten opzichte van de
ingestelde afdelingstemperatuur. Daalt de afdelingstemperatuur onder deze berekende
ondergrens, dan wordt alarm gegeven. Met de plus- en min-toetsen kunt u het verschil instellen.
Tijdens het wijzigen toont het linker display de berekende ondergrens.
Drukt u deze toetsen na elkaar, dan verschijnt de berekende bovengrens afdelingstemperatuur
op het linker display. Het rechter display toont de relatieve bovengrens ten opzichte van de
ingestelde afdelingstemperatuur. Stijgt de afdelingstemperatuur boven deze berekende
bovengrens, dan wordt alarm gegeven. Met de plus- en min-toetsen kunt u het verschil instellen.
Tijdens het wijzigen toont het linker display de berekende bovengrens.
Drukt u deze toetsen na elkaar, dan verschijnt de actuele buitentemperatuur op het linker
display. Het rechter display toont de absolute bovengrens. Stijgt de afdelingstemperatuur boven
de absolute bovengrens, dan wordt alarm gegeven. Met de plus- en min-toetsen kunt u de
absolute bovengrens instellen.
Wanneer de buitentemperatuur boven de ingestelde afdelingstemperatuur stijgt, treedt het alarm
pas in werking zodra de afdelingstemperatuur boven buitentemperatuur + ingestelde alarm-
bovengrens stijgt.
Ingestelde absolute afdelingstemperatuur
Ingestelde afdelingstemperatuur
Ingestelde alarmbovengrens
Gemeten buitentemperatuur
Berekende alarmgrens
Bij extreem hoge buitentemperaturen kan door buitentemperatuurcompensatie de alarmbovengrens te
hoog worden. Dit kunt u voorkomen door een absolute grens in te stellen. Wanneer de gemeten
afdelingstemperatuur dan boven de absolute bovengrens stijgt, wordt alarm gegeven.
CBA-2006-G-NL04641
T
< T
[°C]
T
BUITEN
AFD
BUITEN
35,0
22,0
7,0
18,0
22,0+7,0 =
29,0°C
25,0+7,0=32,0
> T
[°C]
(T
+ T
AFD.
BUITEN
35,0
22,0
7,0
25,0
7. Alarmen
) > T
[°C]
ALARM
ABS
35,0
22,0
7,0
34,0
35,0
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cba-2012

Inhoudsopgave