N
netwerkadapter — Een chip die netwerkmogelijkheden biedt. Een computer kan een
systeemkaart of een PC-kaart hebben met een netwerkadapter. Een netwerkadapter
wordt ook wel een NIC (network interface controller (netwerkinterfacecontroller))
genoemd.
NIC — Zie netwerkadapter.
ns — nanoseconde — Een eenheid van tijd die gelijk is aan een miljardste van een
seconde.
NVRAM — nonvolatile random access memory (niet-vluchtige RAM) — Een type
geheugen dat gegevens opslaat wanneer de computer is uitgeschakeld of zijn externe
stroombron verliest. NVRAM wordt gebruikt voor het behouden van
computerconfiguratie-informatie, zoals datum, tijd en andere System Setup-opties.
O
opstartbare cd — Een cd die u kunt gebruiken om de computer op te starten. Zorg
ervoor dat u altijd een opstartbare cd of diskette beschikbaar hebt voor het geval de
vaste schijf is beschadigd of de computer een virus heeft. De Drivers and Utilities
media zijn ook een opstartbare cd.
opstartbare schijf — Een schijf die u kunt gebruiken om de computer op te starten.
Zorg ervoor dat u altijd een opstartbare cd of diskette beschikbaar hebt voor het geval
de vaste schijf is beschadigd of de computer een virus heeft.
opstartsequentie — Geeft de volgorde op van de apparaten waarvan de computer
probeert op te starten.
optisch station — Een station dat optische technologie gebruikt om gegevens van
cd's, dvd's of dvd+rw's te lezen of ernaar te schrijven. Voorbeelden van optische
stations zijn cd-stations, dvd-stations, cd-rw-stations en cd-rw/dvd-combostations.
P
parallelle connector — Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om een parallelle
printer op de computer aan te sluiten. Deze wordt ook wel een LPT-poort genoemd.
partitie — Een fysieke opslaglocatie op een vaste schijf die aan een of meer logische
opslaglocaties is toegewezen, ook wel logische stations genoemd. Elke partitie kan
meerdere logische stations bevatten.
201
Woordenlijst