2.
In het printerstuurprogramma doet u het volgende:
Selecteer de lade die het papier bevat, als de papierbron.
I
Selecteer niet de optie voor dubbelzijdig afdrukken.
I
3.
Selecteer in de toepassing de optie voor het afdrukken van oneven pagina's.
4.
Verzend de taak naar de printer zodat de oneven pagina's worden afgedrukt.
De even pagina's afdrukken
1.
Plaats het papier waarop de oneven pagina's zijn afgedrukt in de lade.
Als de afdruktaak bestaat uit een oneven aantal pagina's, moet u de laatste oneven pagina niet in
de lade terugplaatsen.
Afdrukstand Staand (inbinden aan lange zijde):
I
Plaats de stapel met de afgedrukte zijde naar boven en met de bovenkant van de pagina's
voor in de lade (de zijde waarop moet worden afgedrukt wijst naar beneden). De perforatie
moet naar de rechterkant van de printer zijn gericht.
Afdrukstand Staand (inbinden aan korte zijde):
I
Plaats de stapel met de afgedrukte zijde naar boven en met de bovenkant van de pagina's
achter in de lade (de zijde waarop moet worden afgedrukt, wijst naar beneden).
Afdrukstand Liggend (inbinden aan lange zijde):
I
Plaats de stapel met de afgedrukte zijde naar boven en met de bovenkant van de pagina's aan
de rechterkant van de lade (de zijde waarop moet worden afgedrukt wijst naar beneden). De
perforatie moet naar de rechterkant van de printer zijn gericht.
Phaser™ 4400-laserprinter
Speciale afdrukmethoden en -materialen
P4400-91
P4400-110
P4400-111
20