Gebruik en belangrijke rij-informatie
Voor modellen met ABS:
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als het contactslot op
"ON" wordt gezet en weer uitgaan zo-
dra met een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) of hoger wordt gereden.
LET OP
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-3
5
voor een controle van het circuit van het
waarschuwingslampje.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10
seconden achtereen draaien.
LET OP
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
Wegrijden
1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de handgreep vast en
duw de machine van de middenbok
af.
DCA17682
1
1. Handgreep
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DCA11043
DAU60640
Sneller en langzamer rijden
ZAUM0199
De rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
5-2
DAU16782
(b)
(a)