1 Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan
op een USB-connector.
2 Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3 Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F2 = Setup,
F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt
weergegeven, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van
Microsoft Windows ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer
het opnieuw.
Het menu Boot Device verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare
opstartbronnen. Naast elk apparaat staat een nummer.
4 Onderaan het menu voert u het nummer in van het apparaat
dat alleen voor de huidige opstartpoging moet worden gebruikt.
Wanneer u bijvoorbeeld start vanaf een USB-geheugenstick, selecteert u
USB Flash Device (USB flash-apparaat) en drukt op <Enter>.
N.B.:
Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat
opstartbaar zijn. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat als u zeker wilt
weten of een apparaat opstartbaar is.
De opstartvolgorde permanent wijzigen voor toekomstige opstartprocedures
1 Open System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 215).
2 Gebruik de pijltoetsen om het menu Boot Sequence (Opstartvolgorde)
te markeren en druk vervolgens op Enter om het menu te openen.
N.B.:
Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt
herstellen.
3 Druk op de pijl-omhoog en pijl-omlaag om door de lijst met apparaten
te gaan.
4 Druk op de toets plus (+) of minus (–) om de opstartprioriteit
van het apparaat te wijzigen.
221
Bijlage