Het moederbord plaatsen
1 Plaats het moederbord voorzichtig in het chassis en schuif het moederbord
naar de achterzijde van de computer.
2 Gebruik de schroeven om het moederbord aan het chassis te bevestigen.
3 Sluit de kabels die u eerder uit het moederbord verwijderde, opnieuw aan.
4 Plaats de processor en warmteafleider terug (zie "De processor plaatsen"
op pagina 197).
KENNISGEVING:
en goed vastzit.
5 Plaats de geheugenmodules terug in de sleuven waaruit u deze
eerder verwijderde (zie "Geheugen plaatsen" op pagina 144).
6 Plaats alle add-in-kaarten terug op het moederbord.
7 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen"
op pagina 203).
8 Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze
vervolgens aan.
9 Controleer of de computer naar behoren werkt door Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)"
op pagina 105).
De computerkap terugplaatsen
LET OP:
Voordat u begint met de procedures in dit gedeelte, moet u
de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP:
Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders, inzetbeugels voor het
voorpaneel, enzovoort.
1 Controleer of alle kabels zijn aangesloten en haal kabels uit de weg.
2 Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer
achterblijven.
3 Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerkap uit met de sleuven
langs de zijkant van de computer.
Controleer of de warmteafleider op juiste wijze is geplaatst
Onderdelen verwijderen en installeren
203