7 Maak de kaart klaar voor installatie.
Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd voor informatie
over de configuratie van de kaart, interne aansluitingen, of andere
aanpassingen voor uw computer.
LET OP:
Sommige netwerkadapters starten de computer automatisch op wanneer
ze zijn verbonden met een netwerk. Om een elektrische schok, verwonding door
bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u
de stekker van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u een
kaart plaatst.
8 Plaats de kaart in de connector en druk deze stevig aan.
Controleer of de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.
2
1
1
uitlijningsstreep
4
kaartgeleider
150
Onderdelen verwijderen en installeren
3
2
volledig geplaatste
kaart
5
beugel binnen
de sleuf
4
5
3
niet volledig
geplaatste kaart
6
beugel buiten de sleuf
6