10 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen"
op pagina 203).
KENNISGEVING:
van de kabel op de netwerkpoort of het netwerkapparaat aansluiten en vervolgens
de connector aan het andere uiteinde van de kabel op de computer aansluiten.
11 Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze
vervolgens aan.
12 Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor
instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk
is voor het functioneren van de vaste schijf.
13 Raadpleeg het System Setup-programma om te controleren of de schijf-
configuratie is gewijzigd (zie "System Setup openen" op pagina 215).
Diskettestation (optioneel)
LET OP:
Voordat u begint met de procedures in deze sectie, moet u
de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids volgen.
LET OP:
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker
van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
N.B.:
Zie "Een diskettestation plaatsen" op pagina 168 als u een diskettestation
toevoegt.
Een diskettestation verwijderen
1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 123.
2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen"
op pagina 126).
3 Verwijder het montagekader (zie "Het montagekader verwijderen"
op pagina 156).
166
Onderdelen verwijderen en installeren
Om een netwerkkabel aan te sluiten moet u eerst de connector