2.20 Pneumatische aansluitingen
Informatie over dubbelwerkende servomotoren met veerretourmechanisme
Bij dubbelwerkende servomotoren met
veerretourmechanisme kan tijdens bedrijf
door de veren, in de kamer tegenover de
veren, een druk ontstaan die de waarde van
de toevoerluchtdruk duidelijk overschrijdt.
Hierdoor kan de klepstandsteller worden
beschadigd of de regeling van de servomotor
nadelig worden beïnvloed.
Om dit uit te sluiten is het aanbevolen
om voor dit soort toepassingen een
drukcompensatieventiel tussen de veerloze
kamer en de toevoerlucht in te bouwen.
Hierdoor kan de verhoogde druk worden
teruggevoerd naar de leiding aan de
luchtinlaat.
De openingsdruk van de terugslagklep moet
< 250 mbar (< 3,6 psi) zijn.
Markering
IN
OUT1
OUT2
2.21 Pneumatische aansluitingen - Luchttoevoer
Instrumentatie perslucht*
Zuiverheid
Oliegehalte
Drukdauwpunt
Toevoerdruk**
Luchtverbruik***
*
Vrij van olie, water en stof in overeenstemming met DIN/ISO 8573-1. Vervuiling en oliegehalte volgens
Klasse 3:3:3
**
De maximale uitgangsdruk van de servomotor niet overschrijden
*** Onafhankelijk van de toevoerdruk
12
Leidingaansluiting
Toevoerlucht, druk 1,4 tot 6 bar (20 tot 90 psi)
Uitgangsdruk naar de servomotor
Uitgangsdruk naar de servomotor (2. Aansluiting met dubbelwerkende servomotor)
SP7-20, SP7-21 en SP7-22 Intelligente klepstandsteller
Fig. 15
Maximale deeltjesgrootte: 5 μm
Maximale deeltjesdichtheid: 5 mg/m
Maximale concentratie 1 mg/m
10 K onder bedrijfstemperatuur
Standaarduitvoering:
1,4 tot 6 bar (20 tot 90 psi)
< 0,03 kg/h/0,015 scfm
IM-P706-06-NL CTLS-UKn-3
(1) UIT 2
(2) UIT 1
(3) IN
3
3