INDICATIELAMPJE
Het apparaat signaleert de verschillende operationele toestanden met behulp van een indicatielampje. De
oplichtingsvoorwaarden van dit indicatielampje worden beschreven in onderstaande tabel:
Apparaat
Reset
Stand-by
Start van de
opnamet
© Nomics s.a. All rights reserved
Normale voorwaarden, bij
het aansluiten van de ECG
Normale voorwaarden, bij
het aansluiten van de on-
derkaakverlagingssensor
Batterij onvoldoende
Geheugen vol
Geheugenfout
Indicatielampje
Groen en geel lichten kort op.
Groen en geel zijn gedoofd..
Groen licht op en knippert 16 keer om de eerste
verwerving aan te geven.
Groen licht op als de sondes van de onderkaak-
verlagingssensor zich binnen het toegestane
afstandsbereik [7,5 cm - 23,5 cm] bevinden. (*)
Geel licht op als de sondes van de onderkaakver-
lagingssensor zich niet binnen het toegestane
afstandsbereik (buiten [7,5 cm - 23,5 cm])
bevinden. (*)
Groen en geel blijven gedoofd. De opname start
niet.
Geel knippert vier keer. De opname start niet.
Geel licht kort op.
De opname start niet.
MU_BRIZZY_REV6 / 07-2019 87
NL