Configuratie - vervolg
Instellen condensorventila-
torenregeling
1. Ga naar het
configuratiemenu
2. Selecteer
condensorventilatoren
3. Instellen referentiemode
en setpoint
Druk op de '+' knop om naar
de volgende pagina te gaan.
4. Instellingen voor
capaciteitsregeling
62
In ons voorbeeld wordt de
condensordruk geregeld op basis
van Sgc en van de Sc3 (vlottende
referentie)
De instellingen zijn in de figuur
links te zien.
In ons voorbeeld gebruiken we
een aantal ventilatoren, alle met
parallelle snelheidsregeling.
De instellingen zijn in de figuur
links te zien.
Ter info: de functie 'Bewaak venti-
latoren' vereist een ingangssignaal
van iedere ventilator.
Capaciteitsregeling
RS8HE210 © Danfoss 2017-07
3 – Pc referentie
Regelsensor
Pc: De condensatiedruk Pc wordt gebruikt voor de regeling
Sgc: de temperatuur bij de uitlaat van de gaskoeler (alleen
CO2 transkritiek)
S7: Mediumtemperatuur wordt gebruikt voor de regeling
Referentiemode
Selectie van type referentie
Setpoint: er wordt geregeld met een vast setpoint
Vlottend: de regeling is gebaseerd op de Sc3 buitentempera-
tuur, de ingestelde 'Min. tm'/'Delta T condensor' en de inge-
schakelde compressorcapaciteit. (Vloeistof wordt aanbevolen
voor CO2 en warmteterugwinning.)
Setpoint
Instelling van het gewenste setpoint in °C
Min.tm
Minimum gemiddelde temperatuurverschil tussen de Sc3
buitentemperatuur en de Pc condensatietemperatuur bij
minimale compressorcapaciteit.
Delta T condensor
Gemiddeld temperatuurverschil tussen Sc3 buitentempera-
tuur en de Pc condensatietemperatuur bij maximale com-
pressorcapaciteit (normaal 8-15 K)
Min. referentie
Minimum toegestane referentie voor condensatietempera-
tuur
Max. referentie
Maximaal toegestane referentie voor condensatietempera-
tuur
4 – Capaciteitsregeling
Mode capaciteitsregel.
Selecteer mode voor capaciteitsregeling
Stap: ventilatoren worden in stappen geschakeld door de
relaisuitgangen
Stap/Freq.reg: de ventilatorcapaciteit wordt geregeld via een
combinatie van frequentie- en stappenregeling (alle ventila-
toren zitten achter de frequentieregelaar)
Freq.reg.: de ventilatorcapaciteit wordt volledig via de fre-
quentieregelaar geregeld
Freq.reg. 1 stap: Eerste ventilator toerenregeling, rest stap-
penregeling
Aantal ventilatoren
Stel het aantal ventilatoren in
Bewaak ventilator(en)
Beveiliging ventilatoren. Bij 'Ja' wordt per ventilator 1 digitale
ingang gebruikt
Vent. Freq. Reg. type
VSD (en normale AC-motoren)
EC-motor = ventilatormotoren met DC-regeling
Freq.reg. startsnelh.
Minimum snelheid voor start van frequentie regeling (moet
hoger zijn dan 'Freq.reg. min. snelh.')
Freq.reg. min. snelh.
Minimum frequentie waarbij de frequentie regeling wordt
uitgeschakeld (lage belasting)
Bewaak freq.reg.
Bewaking van frequentieregelaar. Een digitale ingang wordt
gebruikt voor het bewaken van de frequentieregelaar.
EC Start capaciteit
De regeling wacht tot deze behoefte zich voordoet alvorens
spanning aan de EC-motor te leveren
EC min voltage
Spanningswaarde bij capaciteit 0% (20% = 2V @ 0-10V)
EC max voltage
Spanningswaarde bij capaciteit 100% (80% = 8V @ 0-10V)
EC Voltage abs. max
Toegestane lijnspanning voor EC-motor (overcapaciteit)
Absolut max Tc
Max waarde voor Tc. Als deze Tc-waarde wordt overschreden,
wordt de EC-spanning verhoogd tot de waarde in
'EC-spanning abs. max. '
Type regeling
Keuze van regelstrategie
P-band: de ventilatorcapaciteit wordt geregeld via een P-
band. De P-band wordt ingesteld bij 'Proportionele band Xp'
AK-PC 781A