Oliemanagement
Principe
De regelaar zet de oliestroom aan gedurende bv. 1 seconde. Het
systeem pauzeert dan, terwijl de olie weer bezinkt. Dit wordt een
aantal keren herhaald, hetgeen wordt bepaald door de fabrieks-
en bedieningsprincipes.
Aanpassingen zijn mogelijk voor impulstijd, pauzetijd en aantal
pulsen.
Het systeem kan worden geregeld door een signaal van:
• Niveauschakelaar op de compressor
• Niveauschakelaar op de olieafscheider
• Niveauschakelaar op het olievat
• Druktransmitter op het olievat
• Onder speciale omstandigheden kan de pulsteller ook gebruikt
worden voor regeling, maar dat is niet erg energie-efficiënt.
Voorbeelden van oliecircuits
Eén olieafscheider en
één olievat
Eén olieafscheider
Een olieafscheider per
compressor
Eén olieafscheider per
compressor en
gemeenschappelijk olievat
Zowel hoge en lage druk als
gemeenschappelijk olievat
(+ olieafscheider)
106
Capaciteitsregeling
RS8HE210 © Danfoss 2017-07
Veiligheidsrelais
De regelaar kan de olietoevoer naar de compressors reguleren
tijdens een normaal regelproces. Als echter de compressors
drukgecontroleerd zijn, gebeurt dat buiten de normale regulatie.
Om schade aan de compressors te voorkomen kan een veilig-
heidsrelais worden opgenomen in het besturingscircuit, zodat de
regelaar de compressor kan uitschakelen als er tijdens geforceerde
regeling geen olietoevoer is.
De functie "Veiligheidsrelais" kan geselecteerd worden onder
Instellingen; de bedrading moet geschieden zoals aangegeven.
Regelprincipe voor de compressor
Een stilgelegde compressor ontvangt geen olie.
Wanneer de compressor in bedrijf is, wordt verwacht dat de olie-
niveauschakelaar een signaal afgeeft. Wanneer het signaal wordt
afgegeven, wordt het volgende proces uitgevoerd:
- Verstelbaar vertragingstijd, herstart in geval van geratel.
- Olie-inspuiting begint na vertragingsregeling.
- Het magneetventiel volgt het pulsproces en er wordt olie geïn-
jecteerd. Impulstijd, tijdsduur en totaal aantal pulsen worden
ingesteld voor de huidige fabriek.
- Na het ingestelde aantal pulsen wordt de olie-inspuiting weer
stopgezet. Als de niveauschakelaar een stabiel oliesignaal regis-
treert voordat het vastgelegde aantal pulsen bereikt is, worden
de overige pulsen overgeslagen.
- Als de niveauschakelaar een gebrek aan olie registreert na het
stopzetten van de laatste puls, wordt de compressor afgesloten
en wordt er een alarm afgegeven. Als het oliepeil weer in orde
wordt bevonden, wordt het alarm geannuleerd en kan de com-
pressor opnieuw starten.
Als het oliepeil niet in orde wordt bevonden, stopt de compres-
sor; deze kan dan alleen handmatig opgestart worden met de
resetfunctie.
Uitgebreid stop (staat pulsen toe wanneer de compressor is
stopgezet)
Deze functie deelt het aantal pulsen door twee. De compressor
wordt vervolgens stopgezet, waarna de resterende pulsen worden
uitgevoerd.
Het veiligheidsrelais is tijdens normale
bedrijfscondities aangesloten
AK-PC 781A