Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Condensor; Capaciteitsregeling Van De Condensor; Referentie Van De Condensatiedruk - Danfoss ADAP-KOOL AK-PC 781A Gebruikershandleiding

Capaciteitsregelaar met warmteterugwinningsfunctie
Inhoudsopgave

Advertenties

Condensor

Condensorregeling vindt plaats via een stappenregeling of toeren-
regeling van de ventilatoren.
• Stappenregeling
De regelaar kan maximaal 8 condensorstappen regelen die
sequentieel in- en uitgeschakeld worden.
• Toerenregeling
De analoge uitgang van de regelaar is aangesloten op een
toerenregeling. Alle ventilatoren worden toerengeregeld. Het is
mogelijk in combinatie met de toerenregeling ventilatoren aan
en uit te schakelen. De regeling wordt dan gebaseerd op het
volgende;
- Alle ventilatoren hebben hetzelfde toerental
- Alleen het noodzakelijke aantal ventilatoren is actief
- Bij stoppen voor starten is "PumpDel" het moment voor de
omschakeling.

Capaciteitsregeling van de condensor

De condensordruk wordt geregeld aan de hand van de actuele
waarde van de condensatiedruk en is afhankelijk of de druk da-
lende of stijgende is.
De regeling maakt gebruik van een PI-regeling, die eventueel ook
kan veranderd worden in een P-regeling.
PI-regeling
De regelaar schakelt ventilatoren in, zodat het verschil tussen de
actuele condensordruk en de ingestelde waarde zo klein mogelijk
is.
P-regeling
De regelaar schakelt ventilatoren in, afhankelijk van het verschil
tussen de actuele condensordruk en de ingestelde waarde.
De proportionele band Xp geeft de afwijking aan bij 100% con-
densorcapaciteit.
De afstellingen worden verricht met gebruik van versterkingsfac-
tor Kp, waarbij Kp = 100/Xp.
Selectie regelsensor
De capaciteitsregeling kan regelen op basis van een condensatie-
druk Pc of een mediumtemperatuur S7. Als het koelmiddel CO2 is
en transkritiek wordt geregeld, gebruikt u een temperatuursensor
Sgc, aangebracht op de uitlaat voor de gaskoeler.
108
Capaciteitsregeling
RS8HE210 © Danfoss 2017-07
Regelsensor = Pc / S7 / Sgc
Als de S7 sensor is geselecteerd als regelsensor, zal de Pc nog
steeds gebruikt worden voor het beveiligen van een te hoge con-
densatiedruk en zal ervoor zorgen dat compressorcapaciteit wordt
afgeschakeld bij een te hoge condensatiedruk.
Regeling bij sensorfout:
Regelsensor = Pc
Als Pc wordt gebruikt als de regelsensor, resulteert een fout in
het signaal in regeling van de condensorcapaciteit als functie van
de aangesloten compressorcapaciteit. Compressorregeling zal
normaal blijven.
Regelsensor = S7
Als de S7 is geselecteerd als regelsensor, zal bij een sensorfout
de regeling doorgaan op basis van het Pc signaal, maar met een
referentie die 5K hoger ligt dan de actuele referentie. Als zowel de
S7 als de Pc sensor een sensorfout hebben, zal 100% condensor-
capaciteit ingeschakeld worden, maar de compressorregeling zal
normaal blijven.
Cap. Ctrl. Sensor = Sgc
Bij uitval schakelt deze sensor over naar Shp, indien geïnstal-
leerd. Als Shp geen signaal kan leveren, schakelt de regelaar over
naar een 'noodkoelprocedure' waarmee wordt geprobeerd de
regeling te handhaven.

Referentie van de condensatiedruk

De instelling van de condensatiedruk kan op twee manieren
gedefinieerd worden. Als een vaste referentie, of als een vlottende
referentie afhankelijk van de buitentemperatuur.
Vaste referentie
De instelling voor de condensatiedruk wordt ingesteld in °C
Vlottende referentie
Met deze functie kan de referentiewaarde van de condensatiedruk
variëren
binnen een bepaald bereik. De referentiewaarde
varieert met de buitentemperatuur en de verbonden
compressorcapaciteit.
Door een vlottende condensorregeling te combineren met
elektronische expansieventielen kan veel energie bespaard
worden. Door middel van elektronische ventielen is het mogelijk
om met een lage condensatiedruk te werken (eventueel
afhankelijk van de buitentemperatuur) en daarmee de
energieopname te verlagen aangezien elke graad verlaging een
energiebesparing van 2% oplevert.
De regelaar gebruikt de gemeten buitentemperatuur ook voor
optimaliseren van de regelalgoritme. De functie is vergelijkbaar
met een variabele Kp-waarde, die tijdens warme perioden hoger
en tijdens koude perioden lager is. Er is geen instelling.
PI-regeling
De referentie wordt gebaseerd op:
- de buitentemperatuur gemeten met de Sc3 sensor.
- Het minimum temperatuurverschil tussen de buitentemperatuur
en de condensatietemperatuur bij 0% compressorcapaciteit
- het maximale temperatuurverschil tussen de buitentemperatuur
en de condensatiedruk (selectie condensor) (Dim tmK)
- de ingeschakelde compressorcapaciteit
AK-PC 781A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave