Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regeling Vloeistofvat - Danfoss ADAP-KOOL AK-PC 781A Gebruikershandleiding

Capaciteitsregelaar met warmteterugwinningsfunctie
Inhoudsopgave

Advertenties

Regeling vloeistofvat

De druk in het vloeistofvat kan zodanig worden geregeld dat hij
op een ingesteld referentiepunt wordt gehouden. Voor deze rege-
ling is de installatie van een CCMT-afsluiter (ETS-afsluiter) en een
druktransmitter vereist. De regeling kan worden uitgevoerd met
twee parallelle afsluiters.
Als er alleen bewaking vereist is, en geen regeling, moet deze
afsluiter niet worden geïnstalleerd. Installeer alleen de druktrans-
mitter.
Er zijn twee veiligheidsfuncties voor het vloeistofvat. Deze zijn
alleen beschikbaar voor regeling met gaskoeling.
Er moet een P-riem worden geïnstalleerd om de functie te kunnen
regelen, maar beide worden standaard ingesteld op nul, waardoor
de functie inactief is.
Bovengrens vloeistofvatdruk
Stel een max. ontvangerdruk is die doorgaans de max. ontvang-
erdruk is. Wanneer de regelaar registreert dat de ontvangerdruk
in de P-band komt, begint het afsluiten van het hogedrukventiel
Vhp. De openingsgraad is lineair in de hele p-band zodat de Vhp
volledig gesloten zal zijn door op "instellen max. ontvangerdruk"
te drukken (Een volledige uitschakeling gaat er van uit dat de con-
figuratie voor het hogedrukventiel - "Min. OD% is ingesteld op 0%)
Ondergrens vloeistofvatdruk:
Er kan een ondergrens voor de vloeistofvatdruk worden ingesteld.
Als de regelaar een vloeistofvatdruk onder de ingestelde waarde
waarneemt, wordt de ICMTS-afsluiter geopend. De mate van ope-
ning is lineair over de drukband, en de maximaal toegestane mate
van opening van de ICMTS wordt weergegeven door op 'ingestel-
de min. vloeistofvatdruk' min 'ingestelde drukband' te drukken.
Als de mate van opening van de afsluiter is ingesteld op een be-
perkte waarde en de afsluiter kan niet volledig worden geopend,
ligt de ingestelde waarde voor de mate van opening op de druk
'ingestelde min. vloeistofvatdruk' min 'ingestelde drukband' .
Heetgasdump
De regelaar heeft een functie waarmee de toevoer van heetgas
naar het vloeistofvat kan worden ingeschakeld wanneer de druk
lager wordt dan de ingestelde waarde. Het heetgas zal weer uit-
schakelen wanneer de druk het verschil overschrijdt.
Stop van compressoren
Als compressoren worden gestopt via de functie "Ext. compressor
stop" wordt de referentie voor de vloeistofvatregeling ingesteld
op "Max. vloeistofvatdruk".
AK-PC 781A
Capaciteitsregeling
RS8HE210 © Danfoss 2017-07
Beperkingen voor de regeling van de vloeistofvatdruk
Opmerking
De PI-regeling van de vloeistofvatdruk moet de bewegingsruimte
hebben om onbelemmerd te kunnen regelen.
Dit betekent dat er voldoende bewegingsruimte voor de PI-rege-
ling rondom de referentie moet zijn, namelijk ten minste 2 à 3 bar
– zowel boven als onder de referentie.
De waarde is sterk afhankelijk van de fijne afstelling van de PI-
regeling en de dynamiek van het systeem.
Een voorbeeld is een installatie van 40 bar waarin de referen-
tiedruk van het vloeistofvat is ingesteld op 35 bar. Nu kan het
systeem de normale regeling verstoren, omdat de bovengrens
voor druk zeer nauw ligt.
COP-optimalisatie
Als overgang naar dit type vloeistofvatregeling kan een afzonder-
lijke compressorregeling worden geïnstalleerd, waarmee de COP
wordt geoptimaliseerd door middel van parallelle compressie.
Deze functie wordt beschreven op de volgende pagina.
119

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave