Bedieningspaneel
Indicatoren
Toetsen
Raadpleeg de volgende tabel voor de naam en de beschrijving van de basisfuncties voor elke
toets.
Toets
Status
Toets [Stille
—
modus]
—
Toets
—
[Annuleren]
Toets [GO]
Bij
gereed
Bij storing Eenmaal indrukken.
Werking
Eenmaal indrukken (licht op). Schakelt Stille modus in
Eenmaal indrukken (gaat uit). Schakelt Stille modus uit.
Indrukken en 1 seconde of
langer ingedrukt houden.
Eenmaal indrukken.
Indrukken en 5 seconden
ingedrukt houden.
Indrukken en 10 seconden
ingedrukt houden.
1-3
Onderdelen apparaat
Functie
Stille modus
Bij voorkeur voor een stille werking
wordt op [Stille modus] gedrukt
om Stille modus in te schakelen.
Wanneer Stille modus ingeschakeld
is, ligt de afdruksnelheid lager.
Annuleert de taak die vanaf de PC
verstuurd wordt.
Schakelt naar online/offline.
Drukt de statuspagina af.
Drukt de netwerkstatuspagina af.
(alleen FS-1060DN/FS-1061DN)
Verhelpt de storing.