Programmeerfuncties
Signaal programma-einde
De signaaltoon aan het einde van het
programma kan worden gewijzigd of
uitgeschakeld.
Keuze
= uit (fabrieksinstelling)
= normaal
= hard
Toetssignaal
De signaaltoon bij het aanraken van
de sensortoetsen kan worden gewij-
zigd of uitgeschakeld.
Keuze
= uit
= normaal (fabrieksinstelling)
= hard
Pincode
De pincode voorkomt dat uw wasma-
chine door anderen gebruikt wordt.
Als de pincode is geactiveerd, moet u
nadat u het apparaat ingeschakeld
heeft de pincode invoeren om de was-
machine te kunnen bedienen.
Keuze
= uit (fabrieksinstelling)
= Aan
Als u heeft gekozen, kunt u de was-
machine alleen gebruiken als u de pin-
code invoert.
66
De wasmachine met pincode bedie-
nen
De code is 125 en kan niet worden ge-
wijzigd.
Schakel de wasmachine in.
In de tijdsaanduiding staat en de
sensortoetsen en branden.
Raak de sensortoets 2 keer aan.
In de tijdsaanduiding staat .
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om te bevestigen.
Het eerste cijfer is opgeslagen. U kunt
nu het tweede cijfer met de sensor-
toetsen en invoeren.
Voer ook het tweede en derde cijfer in
en bevestig de cijfers met de sensor-
toets Start/Trommel bijvullen.
De vergrendeling is opgeheven. U kunt
nu een wasprogramma kiezen en
starten.