Programmeerfunctie bewerken
en opslaan
U kunt een programmeerfunctie in- en
uitschakelen of verschillende opties kie-
zen.
Door het aanraken van de sensor-
toets of schakelt u een pro-
grammeerfunctie in of uit of kiest u
een optie.
Programmeerfunctie
mogelijke keuze
O
X
X
O
O
X
X
O
O
X
O
X
O
X
O
X
X
O
X
O
O
X
X
O
X
X = kan worden gekozen
O = Fabrieksinstelling
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Nu brandt weer het nummer van de
programmeerfunctie, bijv. .
4 tot
X
X
X
X
X
O
X
X
Programmeerfuncties
Programmeerniveau verlaten
Draai de programmakeuzeschakelaar
op .
De programmering is nu permanent op-
geslagen. U kunt de programmering op
elk moment weer wijzigen.
65