Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Nederlands
7. Wandmontage
Elektrische radiatoren moeten aan de wand worden bevestigd volgens
de montage-instructies in de verpakking van de bevestigingsbeugels. De
bevestigingssystemen (schroeven + pluggen) zijn geschikt voor gebruik
op compacte wanden of muren met geperforeerde bakstenen. Voor
wanden van verschillende materialen is het de verantwoordelijkheid van
de installateur om geschikte bevestigingssystemen toe te passen. Het
verwarmingselement bevindt zich, bij de juiste oriëntatie van de radiator,
rechtsonder. De radiator mag in geen geval worden geïnstalleerd met het
verwarmingselement naar beneden gericht of in een andere richting dan
naar boven, aangezien de weerstand van het verwarmingselement tijdens
het gebruik onherstelbaar zou worden beschadigd. Plaats de radiator
niet voor het stopcontact. Voorkom absoluut dat het verwarmingselement
kan werken als het niet volledig ondergedompeld is.
SI
SI
8. Aansluiting
Alle modellen van de elektrische radiator zijn uitgerust met een stroomkabel
compleet met een voorgemonteerde Shuko plug.
Zorg ervoor dat de nominale spanning van het apparaat (230V) overeenkomt
met de netspanning alvorens u aansluit, en controleer ook of de stekker op
de juiste wijze is geaard overeenkomstig de geldende voorschriften en dat
hij de nominale stroom kan leveren om het gekozen model met volle kracht
te bedienen. In geval van schade kan de voedingskabel van deze radiatoren
worden vervangen, de reparatie mag alleen door de fabrikant worden
uitgevoerd.
9. Waarschuwing
Bij normaal gebruik heeft de radiator een heet oppervlak. Het is normaal
dat de onderste buizen minder opwarmen. De weerstanden in elektrische
radiatoren mogen nooit werken zonder dat ze ondergedompeld zijn
in vloeistof en daarom mogen de aansluitingen op de radiator nooit
geopend worden. In geval van toevallige oververhitting en/ of onjuist
gebruik, kan het weerstandcircuit uitvallen. In dit geval kan de weerstand
niet meer gebruikt worden, en moet worden vervangen. De elektrische
radiator moet zo worden geplaatst dat de elektronische besturing de
omgevingstemperatuur het beste kan meten, op afstand van externe
warmtebronnen.
10. Vervanging van de elektrische weerstand
Indien het nodig is om de weerstand te vervangen, moet dit uitsluitend
door de fabrikant worden uitgevoerd of door een persoon met geschikte
kwalificaties om eventuele risico's te vermijden.
NO
NO
NO
11. Werking
11 .1 Schema
• Knoppen op het toestel
1
2
1. Infrarood ontvanger
2. Functies aan/stand-by verwarming
3. Keuze van de werkingsmodus
4. Plus- en mintoetsen, om temperatuur, tijd, dag en programma's in te
stellen
5. Instellingen opslaan
6. Boost
• Lampjes op het toestel
1
2
3
1. Boost-lampje
2. Controlelampje verbruik
3. Controlelampje verwarming
4. Dagen van de week (1=maandag...7=zondag)
5. Temperatuurinstelling
6. Controlelampje open raam
7. Vergrendeld toetsenbord
8. Controlelampje afstandsbediening
9. Werkingsmodus
Auto-modus
Comfort-modus
Eco-modus
Vorstbeschermingsmodus
Tijd- en daginstelmodus
Programmeermodus
Instelling
- 6 -
2
3
5
4
9
2
4
5
Cod. 1910000000379 - nv00
6
8
7
6
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
