De afvoergoot van apparaten 20 GN 2/1 heeft een doorsnede van
¾". Het wordt derhalve geadviseerd een afvoerslang van ¾" aan
te sluiten.
Het is van belang dat de afvoer via een sifon uitmondt in een
open afvoer, zodat eventueel uit de riolering terugstromend
water niet bij de leidingen in het apparaat kan komen. Zorg
ervoor dat de buigzame slangen en metalen leidingen van de
afvoer nergens afgekneld of geknikt worden. Voorkom tevens
dat de afvoer horizontaal loopt, aangezien het water hierdoor
kan stagneren.
D.3. STORINGEN IN DE WERKING
D.3.1 SNELLE LOKALISATIE VAN STORINGEN
In sommige gevallen kunnen storingen op een eenvoudige en
snelle manier verholpen worden; hieronder volgt een lijst van
enkele problemen met de bijbehorende oplossingen:
A. Het apparaat gaat niet aan:
- controleer of er stroom naar het stopcontact gevoerd wordt.
B. Het apparaat bereikt de beoogde binnentemperatuur
niet:
- controleer of de condensor schoon is;
- controleer of de cycli goed ingesteld zijn;
- controleer of de producten goed in de cel geplaatst zijn;
- controleer of de temperatuurmeter intact is.
C. Het apparaat maakt abnormaal veel lawaai:
- controleer of het apparaat vlak staat.
Als het apparaat niet in balans staat dan kunnen hierdoor
namelijk trillingen teweeggebracht worden.
- controleer of de ombouw niet in aanraking is met andere
apparaten of delen die kunnen gaan resoneren;
Als u na deze controles verricht te hebben constateert dat de
storing voortduurt, dan moet u zich tot de technische dienst
wenden en het volgende melden:
• de aard van de storing;
• de PNC (productiecode) van het apparaat;
• Het Ser. No. (serienummer van het apparaat).
Opmerking: de productiecode en het serienummer (te vinden
op het typeplaatje, zie paragraaf A.1.6) zijn onmisbaar om het
type apparaat en de productiedatum te kunnen achterhalen.
Voorbeeld: PNC 728086 00 - Ser.No. 70600040
726633 00: koeler R134a
70600040: productiejaar 2007, week 06, 40ste stuk.
PNC 726633
Ser.No.70600040
D.4.
AFVALVERWERKING
AFDANKPROCEDURE
D.4.1 OPSLAG VAN HET AFVALMATERIAAL
Aan het einde van de levensduur van het apparaat dient het
apparaat naar behoren als afval te worden verwerkt. Alvorens het
apparaat weg te gooien moeten eerst de deuren gedemonteerd
worden.
Het afvalmateriaal mag tijdelijk opgeslagen worden in afwachting
van het moment waarop de speciale afvalstoffen bij de
vuilverwerkende instanties ingeleverd kunnen worden en/of
definitief opgeslagen kunnen worden. De wettelijke bepalingen
die in het land van de gebruiker van toepassing zijn ten aanzien
van de bescherming van het milieu moeten in ieder geval in acht
genomen worden.
D.4.2 PROCEDURE VOOR DE RUWE DEMONTAGE VAN HET
APPARAAT
In de diverse landen zijn verschillende wetgevingen van
toepassing. U moet dan ook de voorschriften die bepaald
worden door de wetten en de instanties in het land waar het
apparaat gesloopt wordt, in acht nemen.
Over het algemeen moet het toestel na demontage van de
onderdelen en de groepering daarvan op basis van hun
chemische eigenschappen, naar een gespecialiseerd
verzamel/demontagecentrum worden gebracht. In de meeste
gevallen kan de oude koelkast bij de betreffende instanties, die
voor de inzameling/het slopen ervan zorgen, ingeleverd worden.
Haal de oude koelkast uit elkaar en scheid de diverse onderdelen
al naargelang de chemische samenstelling ervan. U moet er
rekening mee houden dat er in de compressor smeerolie en
koelmiddel zit en dat dit opgevangen en opnieuw gebruikt kan
worden. Bovendien moet u er rekening mee houden dat de
onderdelen van de koelkast speciaal afval betreffen, dat niet bij
het huisvuil gezet mag worden, maar gescheiden moet worden.
LET OP:
Maak het apparaat volledig onbruikbaar door het elektrische
snoer te verwijderen en door bovendien alle mogelijke sluitingen
(waar aanwezig) te verwijderen om te voorkomen dat er iemand
in opgesloten kan raken.
HET APPARAAT MOET IN IEDER GEVAL DOOR VAKMENSEN
GEDEMONTEERD WORDEN.
D.5. BIJGEVOEGDE DOCUMENTATIE
• Verzameling keurings- en testrapporten
• Schakelschema
159
EN