7 Hoofdstuk 1
1. Taakbeheer gebruiken
Taakbeheer laat zien welke programma's en processen op dit moment
actief zijn op uw telefoon.
Als u een programma verlaat door bijvoorbeeld op de knop BEGIN,
START of VORIGE te tikken, blijft het programma op de achtergrond
actief. Gebruik Taakbeheer om tussen programma's te schakelen of
om actieve programma's te stoppen.
1. Tik in de titelbalk om het meldingenscherm te openen.
. Tik op
. Om naar een actief programma te gaan, tikt u op de naam van
het programma en vervolgens op Menu > Ga naar.
. Om de uitvoering van een programma te stoppen, tikt u op de
naam van het programma en vervolgens op Taak beëindigen.
. Klik om alle actieve programma's te stoppen op Menu > Alle
taken beëindigen.
. Tik op Menu > Afsluiten om Taakbeheer te sluiten en stoppen.
1.7 Uw telefoon beschermen
De SIM-kaart beveiligen met een PINCODE
U kunt uw SIM-kaart beveiligen door uw telefoon telkens bij het
inschakelen te laten vragen om een PIN (personal identification
number). Zonder het invoeren van de juiste PIN kunt u het kiesscherm
van de telefoon of gegevensverbinding niet gebruiken.
De pincode voor de SIM-kaart activeren
1. Schuif in het beginscherm naar het tabblad Instellingen en tik
vervolgens op Draadloze bediening.
. In het scherm Comm Manager tikt u op Telefoon om het scherm
Telefooninstellingen te openen.
Uw telefoon beheren
rechts van het onderdeel Taakbeheer.