Belasting en motor, groep 1..
I
Deze groep parameters is gereserveerd voor de
aanpassingen die nodig zijn om de VLT 3500 HVAC
aan de toepassing en de motor aan te passen.
100 Belasting (LOAD TYPE)
Waarde:
Variable torque low (VT MODE-LOW)
Variable torque medium (VT MODE-MED)
Variable torque high (VT MODE-HIGH)
Variable torque low with constant torque
start (VT LOW W/CT)
Variable torque, medium, with constant
torque start (VT LOW MED W/CT)
Variable torque, high, with constant torque
start (VT HIGH W/CT)
No operation (NO OPERATION)
No operation (NO OPERATION)
No operation (NO OPERATION)
Variable torque with AEO function and
constant torque start (ENERGY CT.ST)
# Variable torque, low, with AEO (ENERGY VT.L)
Variable torque, medium, with AEO
(ENERGY VT.M)
Variable torque, high, with AEO
(ENERGY VT.H)
Functie:
Aanpassing van de U/f-karakteristieken van de VLT
3500 HVAC aan de belastingskarakteristieken van
centrifugaalpompen en ventilatoren.
Bij de fabrieksinstelling [10] is de AEO (Automatic
Energy Optimizing) -functie actief. Dit betekent dat de
frequentie-omvormer de spanning automatisch
aanpast aan de stroombelasting van de pomp- of
ventilatormotor, hetgeen een optimaal rendement en
een minimale geluidsproduktie door de motor
verzekert. De AEO-functie is actief vanaf 20% van
f
(parameter 202).
MAX
NB!:
Bij installatie van parallelle motoren valt het
gebruik van de AEO-functie af te raden.
Beschrijving van de keuze:
Variable torque (VT) low [0], medium [1] of high [2]
worden gekozen als de belasting kwadratisch is (cen-
trifugaalpompen, ventilatoren). De keuze van koppel-
karakteristieken baseert zich op het belang van pro-
bleemloos bedrijf, minimaal energieverbruik en een zo
laag mogelijke geluidsproduktie. Variable torque (VT)
# = fabrieksinstelling Tekst in ( ) = displaytekst. Getallen in [ ] worden gebruikt bij buscommunicatie.
44
VLT
®
3500 HVAC
[0]
[1]
[2]
Gebied waarbinnen de
[3]
AEO-functie specifiek actief is.
1. VT laag
2. VT midden
[4]
3. VT hoog
A. Theoretisch kwadratische
[5]
koppel-curve voor
centrifugaalpompen/ventilatoren
[6]
low [3], medium [4] or high [5] with constant torque
[7]
(CT) start worden geslecteerd als er een groter los-
[8]
breekkoppel nodig is dan het koppel dat men verkrijgt
met de drie eerder genoemde karakteristieken.
[9]
[10]
De curve voor een constant koppel wordt gevolgd
totdat de ingestelde referentie bereikt; vanaf dat mo-
[11]
ment wordt de voor een variabel koppel gekozen
karakteristiek gevolgd.
[12]
Variable torque with AEO function and constant tor-
que start [9] wordt geselecteerd als de variabele kop-
pel-karakteristiek onbekend is en er een hoog los-
breekkoppel nodig is. Wanneer de gewenste referentie
bereikt is, zal de AEO-functie de spanning aanpassen
aan de optimale waarde, die zorgt voor een zo laag
mogelijke geluidsproduktie en een optimaal rendement.
Variable torque low [10], medium [11] and high [12]
met AEO wordt geselecteerd in het geval dat in de
opstart-situatie een belastingskarakteristiek gevolgd
moet worden die correspondeert met variabel koppel
laag, midden en hoog tot aan 20% van f
ter 202.
Nu is de AEO-functie actief; hij past de spanning aan
aan de optimale belastingskarakteristieken, hetgeen
resulteert in een optimaal rendement en minimale
geluidsproduktie.
Er is slechts één AEO-curve beschikbaar op de VLT
3575-3800 en 3542-3562, 230 V . Onafhankelijk van
het feit of [10], [11], of [12] geprogrammeerd is, volgt
het apparaat de AEO VT lage curve.
MG.35.B1.10 – VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
, parame-
MAX