Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT 3500 HVAC Handleiding pagina 18

Inhoudsopgave

Advertenties

Om u te helpen bij het EMC-correct maken van uw installatie,
biedt het handboek gedetailleerde instructies voor de installatie.
Bovendien specificeren we aan welke normen wordt voldaan
door welke van onze produkten. Wij leveren de filters die u kunt
zien in de specificaties en zijn gaarne bereid om alle andere vor-
men van assistentie te bieden die u kunnen helpen bij het
bereiken van het beste resultaat met betrekking tot EMC.
I
Conformiteit aan EMC-richtlijn 89/ 336/ EEG
Ter ondersteuning van onze bewering dat de VLT frequentie-
omvormer voldoet aan de veiligheidseisen met betrekking tot
emissie en immuniteit overeenkomstig EMC-richtlijn
89/336/EEG, is er voor ieder model een Technische Constructie
File (TCF) gemaakt.
Deze file geeft een definitie van de EMC-vereisten en de
metingen die gemaakt zijn overeenkomstig de geharmoniseerde
EMC-standaarden in een krachtaandrijvings-systeem (Power
Drive System, PDS), bestaande uit een VLT frequentie-omvor-
mer, een stuurkabel en de besturingen (besturingsbox), motor-
kabel en motor plus aanvullende opties. Het Technische Con-
structie File is op deze basis vervaardigd in samenwerking met
een naar behoren geautoriseerd EMC-laboratorium (Bevoegde
Instantie).
In de meeste gevallen wordt de VLT frequentie-omvormer door
de handelaars gebruikt als een complex onderdeel dat deel
uitmaakt van een groter apparaat, systeem of installatie. Het
dient te worden opgemerkt dat de verantwoording voor de
uiteindelijke EMC-eigenschappen van apparaat, systeem of
installatie bij de installateur berust.
Als hulp voor de installateur heeft Danfoss EMC-installa-
tierichtlijnen voor het krachtaandrijvings-systeem opgesteld. Er
wordt voldaan aan de standaarden en testniveaus die zijn
opgesteld voor het krachtaandrijvings-systeem, op voorwaarde
dat de richtlijnen voor EMC-correcte installatie worden
toegepast.
I
Aarding
Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te verkrijgen dient
men bij het installeren van een frequentie-omvormer rekening te
houden met de volgende basispunten.
• • • • •
V V V V V eiligheidsaar
eiligheidsaar
eiligheidsaar
eiligheidsaar
eiligheidsaarding:
ding:
ding:
ding:
ding:
Denk eraan dat de frequentie-omvormer een hoge lekstroom
heeft en om veiligheidsredenen op de juiste manier moet
worden geaard. Volg de plaatselijke veiligheidsvoorschriften op.
• • • • •
Hoge-frequentie aar
Hoge-fr
Hoge-fr
Hoge-fr
Hoge-fr
equentie aar
equentie aar
equentie aar
equentie aarding:
ding:
ding:
ding:
ding:
Houd de aardkabelaansluitingen zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen aan op de laagst
mogelijke geleiderimpedantie. De laagst mogelijke geleiderimpe-
dantie wordt verkregen door de geleider zo kort mogelijk te
houden en door het grootst mogelijke oppervlak te gebruiken.
Een platte geleider heeft bijvoorbeeld een lagere HF-impedantie
dan een ronde geleider bij dezelfde geleider
18
VLT
Indien meer dan één apparaat in een behuizing wordt
geïnstalleerd, dient de grondplaat van de behuizing, die van
metaal moet zijn, te worden gebruikt als gewone aarde-
referentieplaat. De metalen behuizingen van de verschillende
apparaten worden gemonteerd op de grondplaat, waarbij de
laagst mogelijke HF-impedantie wordt gebruikt. Hierdoor wordt
voorkomen dat men verschillende HF-spanningen voor de
afzonderlijke apparaten heeft en wordt het risico van radio-
interferentiestroom in verbindingskabels tussen de apparaten
vermeden. De radio-interferentie zal verminderd zijn.
Om een lage HF-impedantie te verkrijgen, de bevestigings-
bouten van de apparaten gebruiken als HF-aansluiting naar de
grondplaat. Het is noodzakelijk isolerende verf en dergelijke van
de bevestigingspunten te verwijderen.
I
Kabels
De stuurkabel en de gefilterde netkabel dienen gescheiden van
de motor- en remkabels te worden geïnstalleerd om
interferentiekoppeling te voorkomen. Normaal gesproken zal
een afstand van 20 cm voldoende zijn, maar het is raadzaam
om daar waar dat mogelijk is een zo groot mogelijke afstand
aan te houden, met name daar waar kabels over een aanzien-
lijke afstand parallel geïnstalleerd zijn.
Voor wat betreft signaalgevoelige kabels, zoals telefoonkabels
en datakabels, wordt een zo groot mogelijke afstand
aanbevolen, met een minimum van 1 m per 5 m voedingskabel
(net- en motorkabel). Het dient te worden opgemerkt dat de
noodzakelijke afstand afhankelijk is van de gevoeligheid van de
installatie en de signaalkabels, en dat er om die reden geen
exacte waarden kunnen worden voorgeschreven.
Bij het gebruik van kabelklemmen mogen signaalgevoelige
kabels niet in dezelfde kabelklem worden geplaatst als de
motorkabel of remkabel.
In het geval dat signaalkabels voedingskabels moeten kruisen,
dient dit te worden gedaan met een hoek van 90 graden.
Denk eraan dat alle in- of uitgaande kabels met interferentie
van/naar een behuizing afgeschermd of gefilterd moeten worden.
I
Afgeschermde kabels
De afscherming moet een lage HF-impedantie afscherming zijn.
Dit wordt verzekerd door een gevlochten afscherming van
koper, aluminium of ijzer te gebruiken. Een afscherming in de
vorm van een pantsering is niet geschikt voor een installatie
overeenkomstig EMC.
kwadraatswaarde.
MG.35.B1.10 – VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
3500 HVAC

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave