GEBRUIK VAN DE VEEGMACHINE
Noodzakelijke voorzorgsmaatregelen
1) De veegmachine dient alleen gebruikt te worden door bevoegd en vakbekwaam personeel.
2) Wanneer u bij de veegmachine vandaan loopt, de sleutel verwijderen en de machine op de rem 3
zetten (fi g. 1).
3) De machine niet op een helling stilzetten.
4) Stop de machine niet met de afvalbak omhoog en de borstels omlaag.
Controleer alvorens de motorveger te gebruiken:
Voordat u de veegmachine gebruikt, de volgende controles uitvoeren:
Voor de modellen benzine en diesel :
● Oliepeil motor 3;
● Luchtfi lter motor 4;
● Oliepeil hydraulisch systeem 2;
● Indien aanwezig brandstofpeil tank 1;
Voor de modellen elektrische:
Elke 8 werkuren het elektrolytpeil in de accu's 5 en het drukoliepeil 2;
Laadt de accu's onmiddellijk na gebruik van de veegmachine op;
De accu moet opgeladen worden met een automatische accu-oplader van 36V met beginsterkte van 25A.
Fig. 2
1) Brandstoftank
2) Dop hydraulische olie met peilstok
3) Oliepeil motor
4) Luchtfi lter motor
5) Accu's (zie gebruiksinstructies accu's)
BIJTANKEN VAN BRANDSTOF
Gevaar! Ontvlambare stof !
Tijdens het bijtanken niet roken, geen vrije vlammen gebruiken in de buurt en de brandstofdampen
niet inademen. Draag ook, net zoals tijdens het bijvullen van olie, beschermingsmiddelen zoals
handschoenen, een veiligheidsbril, enz.
35