VOORZICHTIG
Let er bij het weer aanbrengen van het deksel van de
elektriciteitskast
op
ventilatormotor niet geklemd geraakt.
9.3
Over blokkering verwarmingsstand
Bij blokkering in de verwarmingsstand kan de unit alleen verwarmen.
9.3.1
Blokkering verwarmingsstand
inschakelen
1 Verwijder de bovenplaat (2 schroeven) en de voorplaat (8
schroeven).
2 Om op verwarmen te blokkeren, verwijder de connector S99.
3 Om de warmtepompstand (koelen/verwarmen) weer in te
stellen, sluit u de connector weer aan.
a
2×
8×
a
Voorplaat
b
Bovenplaat
c
S99-connector
Stand
Warmtepomp (koelen,
verwarmen)
Alleen verwarmen
4 Installeer de bovenplaat en de voorplaat weer.
INFORMATIE
Gedwongen
werking
verwarmingsstand.
9.4
Over de functie energiebesparende
stand-by
De functie energiebesparende stand-by:
▪ schakelt de voeding van de buitenunit UIT en
▪ schakelt de stand energiebesparende stand-by op de binnenunit
IN.
De functie energiebesparende stand-by werkt met de volgende
units:
FTXM, FTXP, FTXJ, FVXM, ATXF
Bij andere binnenunits MOET de connector voor energiebesparende
stand-by worden aangesloten.
De functie energiebesparende stand-by is voor de verzending
uitgeschakeld.
2MXM40+50A9
R32 Split-reeks
3P600450-8T – 2022.09
dat
de
stroomkabel
van
c
b
S99-connector
Verbonden
Niet verbonden
is
ook
mogelijk
in
9.4.1
Energiebesparende stand-byfunctie
inschakelen
de
Vereiste: De hoofdvoeding MOET uitgeschakeld zijn.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Maak de connector voor de selectieve energiebesparende
stand-byfunctie los.
3 Schakel de hoofdvoeding in.
10
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
10.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
de
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen
zijn vastgedraaid.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning
op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
10 Inbedrijfstelling
checklist
inbedrijfstelling.
richtlijn
en
als
basis
tijdens
inbedrijfstelling
Montagehandleiding
Naast
de
voor
de
en
bij
19